Het zwaard van de woestijn

10 Atziel neergeschoten,’ krijste de man. Z’n broek en overhemd waren ooit beige en wit geweest. Nu overheersten bruine vlek- ken, zwarte strepen en rode spetters. Het meest opvallend echter waren niet zijn vuile kleren, maar zijn starende ogen. Alex Biber deed een stap naar voren. ‘Ga naar beneden en ga slapen,’ zei hij bijna fluisterend. Iemand pakte Nachman bij zijn arm en trok hem zachtjes mee. De stilte in de schuilkelder was om te snijden. ‘We moeten ons overgeven,’ riep opeens een man. Zijn stem klonk schril. ‘Hoe kunnen wij met zo weinig mensen het hele Egyptische leger tegenhouden? We maken geen schijn van kans. Waarom zouden we hier sterven? Ik zeg dat wij ons moeten over- geven!’ ‘Als we ons gevangen geven, kunnen we misschien overleven om voor onze kinderen te zorgen,’ stemde een vrouw in. Er klonk gesnik vanuit een hoek. ‘Ik zal me nooit overgeven,’ huilde Dov Livni. De jongen zat op de grond, met z’n rug tegen de muur. Om zijn hoofd zat een bebloed verband. Z’n gezicht was vies, maar zijn betraande ogen keken fel. De granaatscherf die zijn hoofd had geraakt, had zijn vechtlust niet verminderd. ‘Morgen ben ik weer de oude. Ik zal vechten tot het eind!’ Opnieuw was het Alex die het woord nam. ‘Jullie weten alle- maal wat er een week geleden gebeurd is. De vrienden van Kfar Etzion wilden zich ook overgeven, nadat zij waren belegerd door het Arabische Legioen. Zij konden niet anders. De meeste mannen waren gesneuveld en de tanks van het Legioen waren de kibboets al binnengedrongen. Toen zij zich overgaven, werden zij op een rij gezet. Iemand maakte foto’s van ze. En daarna ...’ Alex haalde diep adem, ‘... werden ze als honden neergeschoten. Slechts drie mannen overleefden de slachtpartij.’ Hij zuchtte. De vergelijking tussen Kfar Etzion, in de buurt van Jeruzalem, en Yad Mordechai, hier in de Negev-woestijn,

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==