Geef mij je hand

15 Zij krijgt na de dienst als eerste het woord. Jaren geleden is zij, als een van de eerste mensen uit de wijk, lid geworden van de zendingsgemeente. Met enige emotie, maar tegelijk ook krachtig en rustig, begint ze te spreken. ‘Gisteravond was ik hier in de kerk voor de jeugdvereniging. Op andere avonden ben ik op die tijd altijd thuis en leg ik mijn kleinkind op bed. Meestal ga ik zelf dan ook even rusten. Na de aardbeving ben ik direct naar huis gegaan. Getroffen en verwonderd kwam ik boven. Op de plek waar ik normaal mijn kleinkind neerleg, zag ik een grote baksteen liggen. Snel keek ik de andere kant op. Daar stond mijn eigen bed. Een grote houten stok was door het bed heen gestoken. M’n ogen schoten van de baksteen naar de stok. In een flits ging het door mij heen: God heeft mij wat te zeggen! Hij heeft het leven van mij en mijn kleinkind bewaard!’ Stil gaat ze weer zitten, waarna hermana Mariouxi volgt. Zij is deze morgen in het centrum van Portoviejo geweest. Ze had zoveel verschrikkelijke verhalen gehoord, dat ze het met eigen ogen wilde zien. ‘Ik ben niet verder gekomen dan twee straten...’ Ze stopt even, terwijl ze ondertussen bewogen en indringend alle mensen aankijkt. ‘Wij dachten een mooie stad te hebben, met een mooi centrum. En nu... ’t Is alleen maar puin en stof.’ Haar stem klinkt verdrietig en neerslachtig, totdat ze plotseling krachtig begint te spreken. ‘Maar mensen, daarom moeten we nu juist hier in de kerk zijn! Hier horen we de boodschap van God en Zijn Zoon Jezus. Zelfs geen aardbeving kan ons scheiden vanGod, van Zijn liefde en trouw! Alle leden van de gemeente zijn door Hem bewaard!’ Een derde hermana bevestigde deze laatste woorden. Zij

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==