Geef mij je hand

12 Het is zaterdagavond. De stad Portoviejo bruist. Overal waar je kijkt, zie je beweging en hoor je het geluid van stemmen, blaffende honden en muziek. Mensen zoeken elkaar op in één van de vele straattentjes na de warme dag. Anderen zitten op straat voor hun huis, pratend en rondkijkend. Ondertussen raast het verkeer met veel lawaai over de drukke hoofdweg die dwars door de stad loopt. Het is een beeld van mensen die onderweg zijn. Op zoek naar invulling en vervulling van het leven. Iedere dag opnieuw. En dan gebeurt het, plotseling, van het ene op het andere moment. Een lichte trilling, gevolgd door meer trillingen, sneller en harder. Muren van huizen en gebouwen beginnen te schudden. Elektriciteitsmasten zwiepen heen en weer. Er klinkt gekraak en geknal. Licht valt uit en muziek verstomt. Vrolijke stemmen veranderen in geroep, gehuil en gegil, en vermengen zich met de geluiden van piepende remmen en neervallend puin. De aarde beeft. Hout, metaal, steen en beton bewegen. Mensen verdwijnen onder het stof. Binnen enkele minuten lijkt niets meer te zijn zoals het was. Aardbeving! flitst het door mij heen. Boven in ons huis valt een kast om. Er klinkt gerinkel. Ondertussen probeer ik overeind te komen van de bank om te schuilen onder de tafel. Dat lukt niet. Het is te donker en de grond golft te erg. Naast mij hoor ik een kinderstem van één van de zendingskinderen aan wie ik les geef. De Naam van de Heere klinkt, gevolgd door een roep om hulp. We beginnen te bidden. Allemaal, en door elkaar.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==