Elke dag nieuw

9 H O O F D S T U K 1 K WEEKTUINGELUK M ama! Tomaatjes!’ Het enthousiasme roept me naar de tuin. Twee blonde meisjes staan op hun tenen bij het moestuinrek. ‘Kijk mam! Er zijn echt tomaatjes!’ En inderdaad, een groen trosje hangt tri- omfantelijk aan een takje van de tomatenplant. ‘Mogen we ze plukken?’ ‘Nee!’ schrik ik. ‘Die zijn nog lang niet klaar. Ze moeten nog groeien en het zonnetje moet er eerst nog een poosje flink op schijnen zodat ze mooi rood worden. Dan worden ze pas lekker.’ De dames onderzoeken intussen de andere tomatenplanten of er al vruchten te zien zijn. En ja hoor, op één na hebben alle planten hun eerste trosjes. ‘We gaan elke dag kijken of ze al rood zijn,’ beslist onze vijfjarige. ‘Nou, je moet nog een hele poos geduld hebben. Tomaatjes hebben rust en tijd en zonlicht nodig om rijp te worden.Weet je wat je wel elke dagmag doen?’ Ze knikt heftig. ‘Water geven natuurlijk!’ Dit is een van die leukemomenten in de tuin.Het ontdekken en genieten van alles wat groeit. Vrucht zien op je werk. De verwondering en het en- thousiasme van de kinderen gadeslaan.Maar er zijn ookmomenten dat ik tuinieren helemaal niet leuk vind. Bijvoorbeeld als alle sla aangevreten is door slakken. Of als we vol verwachting de radijsjes gaan oogsten, maar ontdekkendat er iemand ondergronds al van een feestmaal heeft genoten. Of als mijn geliefde pioenroos doodgevroren blijkt te zijn. Dan zucht ik: ‘Ik ben hier ook helemaal niet geschikt voor.’ En dat is ook zo. Mijn ene opa was boomkweker en mijn andere oma had

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==