Recht voor God

10 Kort en krachtig wijst Paulus in het begin van zijn brief op de be- loofde, gekomen enopgestane Christus. De Persoon vanChristus is de inhoud van het Evangelie. De Zoon van God heeft de men- selijke natuur aangenomen. Het lijden, sterven en de opstanding van Christus is de boodschap van het Evangelie. In het Evangelie van Christus vinden we het heil voor zondaren. Daarvan heeft Paulus ruimdertig jaar onder Jodenenheidenenmogengetuigen. De Heere heeft die boodschap willen zegenen. In Rome werden mensen geroepen uit de duisternis van de zonde tot Gods won- derbaar licht. Ook vandaag gaat dat werk voort. Christus is een eeuwigKoningDie zonder onderdanenniet zijnkan. Hij vergadert Zijn gemeente uit alle tongen, talen en natiën. De kerk van het Nieuwe Testament is zendingskerk. Het goede nieuws van Christus’ dood en opstanding moet aan alle volken gepredikt worden. Het Evangeliewoord is vanaf de pinksterdag dewereld ingegaan. De Heere bouwt Zijn wereldwijde kerk. Ook in de hoofdstad van het grote Romeinse Rijk heeft God Zijn gemeentewillen bouwen. Erwoonden inRome, inde tijddat Paulus dezebrief schreef, waar- schijnlijk ongeveer 1 miljoenmensen. Rome was een wereldstad waarover inde helewereldwerd gesproken. Daarwoonde de kei- zer; daarwarendebelangrijkebestuurlijkeorganen; daarwerden spelengehouden; daar bruistehet leven; daarwas volopafgoderij, dronkenschapenhoererij. Eengrote,maar ook verschrikkelijkeen zondige stad. Dekindersterftewas er heel hoog. Kinderenwerden seksueel misbruikt. Homoseksualiteit was er een bekend ver- schijnsel. Honger, ongedierte en criminaliteit waren aan de orde van de dag. Van een vuilophaaldienst was geen sprake. Mensen zaten in kleine woningen of hokten samen in houten gebouwen,

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==