Strijd de goede strijd

17 binnengelaten zouden worden. Manasse, koning van Juda, ging naar deze poort. Er kon niemand zijn die slechter was dan hij. Hij had het voorbeeld en de raad van zijn goede vader Hizkia veracht. Hij had zich voor afgoden gebogen. Hij had in Jeruzalem bloed vergoten van het ene einde tot het andere, enwreedhedenbegaan.Hij had zijn eigen kinderen gedood.Maar zodra zijn ogen voor zijn zondenwerden geopend, en hij om vergeving tot de poort vluchtte, ging de poort wijd open en werd hij gered. Saulus, de farizeeër, ging naar deze poort. Hij was een groot overtreder geweest. Hij had Christus gelasterd en het volk van Christus vervolgd. Hij had zich sterk ingespannen om de voortgang van het Evangelie te verhinderen. Zodra echter zijn hart werd aangeraakt, hij zijn eigen schuld had ontdekt en om vergeving naar de poort was gevlucht, ging de poort onmiddellijk wijd open en werd hij gered. Velen van de Joden die onze Heere kruisigden, zijn naar deze poort toe gegaan. Zeker, zij hadden zwaar gezondigd. Zij hadden hun eigenMessias afgewezen en verworpen. Ze haddenHemaan Pilatus overgeleverd en er dringend om verzocht dat Hij gedood zou worden. Ze hadden begeerd dat Barabbas vrijgelaten en dat de Zoon van God gekruisigd zou worden. Maar op de dag dat ze door de prediking van Petrus verslagen werden in het hart, zijn ze naar de poort gevlucht om vergeving te krijgen; meteen ging de poort open en werden ze gered. De stokbewaarder in Filippi is naar deze poort gegaan. Hij was eenwreed, hard en goddeloos mens geweest.Hij had alles gedaan wat in zijn macht was om Paulus en zijn metgezel slecht te be- handelen. Hij had hen in de binnenste kerker geworpen en hun voeten in de stok verzekerd. Toen echter zijn geweten door de

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==