Strijd de goede strijd

16 maar het is wel de enige. Wij moeten óf door de enge poort de hemel binnengaan óf helemaal niet. Hoe eng deze poort ook is, het is een poort die altijd opengedaan kan worden. Aan geen zondaar, van welk slag hij ook is, wordt het verboden om te naderen. Wie wil, mag binnengaan en zal behouden worden. Er is maar één voorwaarde om toegelaten te worden. Die voorwaarde is dat u werkelijk uw zonden beseft en door Christus, op Zijn wijze, behouden wenst te worden. Beseft u werkelijk uw schuld en ellende? Hebt u werkelijk een verbro- ken en verslagen hart? Zie dan op de poort van het behoud en ga binnen. Hij Die deze poort heeft gemaakt, zegt duidelijk: ‘Die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.’ De vraag waarover u moet nadenken is niet of u een grote zondaar bent of een kleine zondaar, of u uitverkoren bent of niet, of u bekeerd bent of niet. De vraag is eenvoudig deze: Beseft u uw zonden? Voelt u dat u vermoeid en belast bent? Wilt u uw ziel in de hand van Christus leggen? Als dat het geval is, zal de poort voor umeteen opengaan. Ga vandaag, ja, vandaag binnen. Waarom staat u buiten? Hoe eng deze poort ook is, het is er een waardoor duizenden zijn binnengegaan en behouden zijn. Nooit is er een zondaar teruggekeerd, en nooit heeft hij gezegd dat hij te slecht was om toegelaten te worden, als hij werkelijk is gekomen, ziek van zijn zonden. Duizenden van allerlei slag zijn aangenomen, gereinigd, gewassen; ze hebben vergeving ontvangen, hebben klederen ontvangen en zijn tot erfgenamen van het eeuwige leven gemaakt. Bij sommigen had het er de schijn van dat het heel onwaarschijnlijk was dat ze toegelaten zouden worden. U en ik, wij hadden misschien gedacht dat zij te slecht waren om gered te worden. Maar Hij Die de poort heeft gebouwd, heeft hen niet afgewezen. Zodra zij klopten, heeft Hij opdracht gegeven dat ze

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==