Open vensters naar Jeruzalem

13 – 1 – D ANI ËL NAAR B ABEL Daniël nu nam voor in zijn hart dat hij zich niet zou ontreinigen met de stukken van de spijze des konings, noch met den wijn zijns dranks. Daniël 1 : 8 G eliefden, wij lezen in Deuteronomium 32:12: ‘Zo leidde hem de Heere alleen, en er was geen vreemd god met hem.’ Deze woorden heeft Mozes eenmaal gesproken van het volk Israël, toen deHeere dat volk vond in dewoeste, huilende wildernis. Hij heeft het uit Egypte geleid door een wonderlijke weg, dwars door de Rode Zee en in de woestijn. We lezen in vers 10 en 11: ‘Hij vond hem in een land der woestijn, en in een woeste, huilende wildernis; Hij voerde hem rondom, Hij onderwees hem, Hij bewaarde hem als Zijn oogappel. Gelijk een arend zijn nest opwekt, over zijn jongen zweeft, zijn vleugelen uitbreidt, ze neemt en ze draagt op zijn vlerken.’ Zo heeft de Heere over Zijn volk gewaakt. ‘Zo leidde hem de Heere alleen, en er was geen vreemd god met hem.’ Wat gold van het volk Israël, dat geldt van al Gods kinderen. Want als de Heere een mens opraapt, vindt Hij elk van Zijn kinderen in een woeste, huilende wildernis. Dat moet u maar goed onthouden. Of een mens leeft in de wereld of in de godsdienst, toch liggen we van nature verloren in een woeste, huilende wildernis. Als de Heere u daar vindt en uw ogen opent, dan bent u niet bekeerd, hoor.Dan bent u niet gelijk gerechtvaardigd.Dan kent uChristus niet.Dan bent u onbekeerd. Eenvoudiger kan ik het niet zeggen. Maar nu staat er: ‘Zo leidde hem de Heere alleen.’ Het volk ging niet voorop. Gods kinderen bepalen de weg niet; de Heere leidt. Gemeente, we zouden deze tekstwoorden: ‘Zo leidde hem de Heere alleen’, boven het leven van Daniël mogen zetten. De Heere had in het jonge leven van Daniël gewerkt. Dat is een wonder. Kinderen, zie je wel dat je niet oud hoeft te wezen om bekeerd te worden? Zie je wel dat het een groot voorrecht is als de

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==