Open vensters naar Jeruzalem

11 W OORD VOORAF Geliefde lezer(es), De titel van dit boek is ontleend aan de bekende woorden uit Daniël 6:11, die daar tussen haken staan: ‘Hij nu had in zijn opperzaal open vensters tegen Jeruzalem aan.’ Daniël, die op jonge leeftijd in ballingschap was weggevoerd naar Babel, heeft daar tot op hoge leeftijd een plaats gehad. In de weg van Gods wonderlijke voorzienigheid moest hij al die tijd in Babel verblijven. Het geheim van zijn leven lag verklaard in de aangehaalde woorden uit Daniël 6. Door wederbarende genade kende Daniël een gebedsleven.Hij mocht werkelijk beoefenen wat Christus Zijn discipelen zou leren: ‘Maar gij, wanneer gij bidt, ga in uw binnenkamer, en uw deur gesloten hebbende, bid uw Vader, Die in het verborgen is; en uw Vader, Die in het verborgen ziet, zal het u in het openbaar vergelden.’ Dat tere gebedsleven was het werk van de Heilige Geest in zijn hart. Van dat binnenkamerleven komt in Daniël 9 iets openbaar, waar wij een schul- dige zondaar vinden die de schuld en nood van het persoonlijk leven en van het gehele volk meedraagt voor Gods aangezicht. Dit leven in de opperzaal maakte Daniël ook vreemdeling op de aarde. David heeft het leven van Gods kinderen getekend in Psalm 119:19 met deze woor- den: ‘Ik ben een vreemdeling op de aarde, verberg Uw geboden voor mij niet.’ Onze kanttekenaren hebben daar zo helder onder woorden gebracht wat dit vreemdelingenleven inhoudt: ‘Alsof hij zeide: Ik ben als een arme pelgrim en wandelaar, niet wetende noch kennende den weg dien ik moet ingaan; daarom bid ik U, o Heere, dat Gij mij wilt leren en leiden door Uw wetten.’ Hier zien we hoe een ware vreemdeling het gebedsleven mag beoefenen. Nu waren de vensters van de opperzaal ‘tegen Jeruzalem aan’. Dat betekent dat die vensters openstonden in de richting van Jeruzalem. Waarom? Daniëls hart lag in Jeruzalem. En dat niet zozeer omdat het daar zoveel beter was. Alles lag in diep verval. Maar wel omdat de Heere geboden had dat aldaar Zijn woning zou zijn. De plaats van het bloed, het offer en het lam. Alles in de tempel sprak

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==