Open vensters naar Jeruzalem

18 meegenomen. Tussen die mensen zien we ook jonge mensen meegaan. Je moet het je eens voorstellen, kinderen, als er zomaar mensen de kerk binnen zouden komen, die het doopvont en de avondmaalstafel zouden meenemen, de preekstoel zouden afbreken en jonge mensen van veertien jaar uit de gemeente zouden meenemen naar een ver en afgelegen land. De jongerenwerdenmeegenomen naar Sínear.Wat is dat voor een plaats? Daar is de torenbouw van Babel begonnen.Het is de plaats waar het allemaal begonnen is. Het is de plaats van het ontzaglijk hoogmoedige bestaan van Adamskinde- ren, die probeerden tot de hemel op te klimmen en die door de Heere werden neergeveld. In Sínear heeft deHeere gesproken.Het is de plaats waar demensen hun brute goddeloosheid openbaarden. Sínear is de plaats van hoogmoed. Ach, het lijkt in de eerste verzen van dit hoofdstuk een verloren zaak. Hoe moet het ooit goed komen? Onder die jonge mensen vinden wij Daniël. Als veertienjarige jongen valt hij tussen al die jonge mensen niet op. Hij heeft een bijzondere naam. Zijn naam betekent ‘God is mijn Rechter’. Maar weet u wat veel groter is? Hij had die naam ook leren kennen. Hij wist persoonlijk Wie God was. En hij had God als zijn Rechter leren kennen. Jongeren, hebben jullie ook God als je Rechter leren kennen? Er was een ogenblik in het leven van Daniël gekomen, voordat hij werd weg- geleid, dat de Heere hem, door wederbarende genade, Adam had afgesneden en Christus ingeplant. Dat was het grote wonder! Toen heeft hij de afstand tussen God en zijn ziel ingeleefd. Toen werd God zijn Rechter en heeft hij geleerd God, zijn Rechter, om genade te bidden. Toen heeft hij in de binnenkamer geschreeuwd omdat hij God kwijt was. En uit het zielsgemis, vanwege zijn eigen zonde en schuld, wat de scheiding maakte tussen God en zijn ziel, heeft hij de Heere leren achteraan kleven. En dat achteraan klevende leven is nooit meer overgegaan. Een van de jonge mensen zegt: Waar leest u dat in Daniël 1? Dat lees je niet in dit hoofdstuk, maar later komen we erachter. In Daniël 9 lezen we hoe Daniël gebeden heeft.Weet je wat dan opvalt? Dan mag Daniël onder het oordeel buk- ken en buigen als zijn eigen persoonlijke schuld. Dat is ergens begonnen. Dat komt niet zomaar uit het niet. Alles wat God doet, heeft een begin. Zullen we dat alstublieft vasthouden? God begint een zaak en voleindigt een zaak. Daar ligt heel wat tussen. Als God begint, dan begint Hij zo kinderlijk eenvoudig, door je in de schuld te zetten en zondaar voor God te maken. Hij leert je in de

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==