Zeven wonderen van genade

13 moedigen alleenmaar waardevoller, en is het stof tot dankbaarheid dat die zo opmerkelijk is. Elk punt ervan werpt heerlijkheid op de verbazingwekkende genade van God. En zeker: het noopt ons ertoe om uit te roepen: Wie is een God gelijk Gij, Die aan de overtreding, de ongerechtigheid en de zonde voorbijgaat? Wij zullen geen tijd verspillen aan een ‘woord vooraf ’, maar me- teen overgaan tot de levensgeschiedenis van Manasse. We kijken eerst naar zijn omstandigheden. Dan beschouwen we hem als een groot zondaar; en daarna zullen we hem met meer voldoening beschouwen als iemand die op een opmerkelijke wijze werd bekeerd. Het eerste. Laten we eens letten op zijn omstandigheden. Immers, de zonde van iemand kan door zijn positie erger worden, of aan de andere kant kan de situatie waarin hij terechtkomt misschien de indruk wekken en bepaalde verzachtende overwegingen sugge- reren waaraan we in alle eerlijkheid zouden moeten denken. Welnu, ten aanzien van Manasse zien we dat hij het kind was van een zeer godvruchtige vader. Hij was de zoon van een koning, die ondanks al zijn verkeerde dingen een hart had dat oprecht was voor God. Hizkia ‘deed wat goed en recht en waarachtig was voor het aangezicht des Heeren zijns Gods.’ Hij was een man, machtig in het gebed, en vond daarop bevrijding in het uur van groot gevaar door de inval van Sanherib. Hizkia was een man van wie het leven zo kostbaar was in de ogen des Heeren, dat Hij hem als antwoord op zijn roepen verlenging van zijn leven gaf en hem nog eens vijftien jaar spaarde. Het is heel belangrijk voor een jongmens als hij een godvrezende vader heeft om zijn gevoelige geest te onderrichten. Al zou zo’n vader vroeg worden weggenomen, dan is dit toch een uitnemend voorrecht. Wat de moeder van Manasse betreft, kunnen we niet met zekerheid zeg- gen of zij een godvrezende vrouw was. Laten we echter hopen dat zoals haar naam Hefziba was – Mijn vreugde is in haar – ook

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==