Zeven wonderen van genade

11 1. Manasse of de wrede opstandel ing En als Hij hem benauwde, bad hij het aangezicht des H eeren zijns Gods ernstiglijk aan en vernederde zich zeer voor het aangezicht van de God zijner vaderen, En bad Hem; en Hij liet Zich van hem verbidden en hoorde zijn smeking, en Hij bracht hemweder te Jeruzalem. Toen kende Manasse, dat de H eere God is. 2 Kronieken 33:12 en 13 W ANNEER wij bij een vriend die ernstig ziek is een dokter willen aanbevelen, dan noemen we gewoonlijk bepaalde medische behandelingen die hij heeft toegepast. Wanneer we tal van verbazingwekkende voorbeelden kunnen noemen, hebben we het gevoel dat we op de goede weg bezig zijn om het gezonde verstand van onze vriend te overtuigen en zijn vertrouwen in die dokter te wekken. Welnu, wij hebben de indruk dat zeer velen ernaar verlangen om door de genade van God behouden te worden, die het dan toch niet hebben aangedurfd om op de grote Heelmeester der zielen te vertrouwen. Zij weten dat ze in groot gevaar verkeren, maar ze aarzelen om naar de ‘beminde Heelmeester’ te gaan. Ze zijn heel bang vanwege het feit dat hun zonden zo groot zijn, en ze zijn vervuld van twijfel en ongeloof als het gaat over de mogelijkheid van hun behoud ter oorzake van hun bijzondere zondigheid. Om die reden heeft het mij getroffen dat als ik hun uit de Schrift een aantal voorbeelden van wonderbaarlijke bekeringen kon voorstel- len, dit er misschien toe zou kunnen strekken dat zij in hun hart hoop op Christus zouden krijgen, en dat dit onder de zegen van de Heilige Geest een middel zou kunnen zijn om hen ertoe te brengen dat zij hun betrouwen zouden stellen op onze Heere Jezus