Leven en werk van Wulfert Floor

20 van de volgende hoofdstukken spreken, omdat zijn aantekeningen dateren uit zijn latere levensjaren. Hier zij slechts opgemerkt dat wij daaruit zijn persoonlijkheid duidelijk leren kennen, zoals trouwens ook ten dele uit zijn ‘oefeningen’. En zoals hij was op rijpere leeftijd, zal hij ook geweest zijn in zijn jonge jaren: diep ernstig en toch mild en vriendelijk, met een open oog voor de schoonheid van de schepping, een levendige belangstel- ling voor zijn boerenbedrijf. Maar ook voor elk terrein des levens en een grote liefde inzonderheid voor de zielen van zijn medereizigers naar de eeuwigheid. Ook van zijn verhouding tot zijn verwanten in zijn jeugdjaren valt weinig te zeggen. Het moet opvallen, dat hij nergens, zover ik weet, iets schrijft over het geestelijke leven van de zijnen. Uit zijn aanteke- ningen bij hun overlijden blijkt, dat hij een kinderlijke hoogachting had voor zijn vader en moeder. Maar uit geen enkel woord is op te maken, dat hij ook met geestelijke banden aan hen verbonden was, of hoop voor hen had voor de eeuwigheid. Integendeel, in een brief aan zijn zwager Frans Voskuil te Maartensdijk uit het jaar 1850 (dus vóór zijn huwelijk) schrijft hij: ‘Voorts is op De Hondspol en overal alles wel, zover ik weet. Alles blijft op alle plaatsen bij ons nogal zo op de oude voet. Hartelijk zou ik wensen, dat ik u eens schrijven kon: Deze en die zijn onlangs in Sion geboren en de Allerhoogste zal ze Zelf bevestigen, maar ook dat kan ik niet doen; integendeel moet ik zeggen, dat alles al even zo stil, zorgeloos en werkeloos blijft als tevoren. Ook in mijn huis is het in dit opzicht droevig gesteld, terwijl mijn arme betrekkingen in een zeer diepe doodsslaap liggen in het opperste van een mast, in het hart der zee, zoals de wijze Salomo zegt’ (zie bijlage 4). Toch komt het mij voor dat het huisgezin de waarheid was toegedaan. Zijn broer en zuster behoorden in later jaren tot de getrouwe bezoe- kers van de oefeningen en alle liefde en hoogachting hebben ze hun jongste broer toegedragen, terwijl ze na zijn dood zich het lot van zijn ouderloze kinderen hebben aangetrokken en ze in hun huis hebben opgenomen. Van zijn broer Peter is bekend, dat hij vele jaren rouw gedragen heeft over het vroegtijdig heengaan vanWulfert Floors enige zoon. Maar verder kan ik van hun innerlijk leven niets met zekerheid