Geloof en vrucht

9 Wo o r d v o o r a f Wat is een waar of een oprecht geloof? Het is een vraag die in de Heidelbergse Catechismus in Zondag 7 aan de orde komt. Het is een hoogst belangrijke vraag. Een vraag die, als het goed is, ons telkens bezighoudt als we onszelf hierop onderzoeken. Kunnen wij weten of wij het zaligmakend geloof deelachtig zijn? En op welke wijze moeten we dit onderzoeken? Gods Woord wijst ons erop dat het zaligmakend geloof geen dood geloof is, maar een levend geloof. Dat wil zeggen: het heeft gevolgen, het draagt vrucht. Het oprecht geloof kan niet verborgen blijven, want als het licht van Gods genade in onze harten schijnt, dan blijven de vruchten niet uit. Het ware geloof is een rechtvaardigend geloof. Daarbij staat de vergeving der zonden centraal. Dit geloof gaat altijd samen met de genade van de heiligmaking, dat is het leven der dankbaarheid. Rechtvaardigmaking en heiligmaking zijn twee onderscheiden weldaden, maar ze zijn nooit te scheiden. Waar de rechtvaardiging is, daar is ook de heiligmaking, en omgekeerd. Het zijn beide wel- daden die Christus verworven heeft voor al de Zijnen. Over het geloof en de vrucht van dat geloof gaat dit boek. Aan de hand van Gods Woord, de belijdenis van de kerk en citaten van verschillende oude schrijvers wil ik proberen zicht te krijgen op wat het zaligmakend geloof inhoudt en op welke wijze dat geloof zich in de vrucht openbaart. Wanneer dit boek ons brengt tot een nader bestuderen van de Heilige Schrift, onder inroeping van Zijn Geest en tot een per-

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==