Geloof en vrucht

16 men door de dwaze keuze van Adam en tot alle mensen doorgegaan. Wij worden in zonde ontvangen en komen in ongerechtigheid ter wereld. Ons gehele bestaan is doortrokken van de zonden. We bedrijven dan ook de zonden in onze werken, met woorden en met onze gedachten. ‘Want de toorn Gods wordt geopenbaard van den hemel over alle goddeloosheid, en ongerechtigheid der mensen’ (Rom. 1:18). Het is de profeet Habakuk die smeekt of Hij in de toorn wil geden- ken naar Zijn ontferming. Het is de tempelzanger Asaf die in zijn benauwdheid vraagt: ‘Zult Gij eeuwiglijk tegen ons toornen? Zult Gij Uw toorn uitstrekken van geslacht tot geslacht?’ (Ps. 85:6). Kent u deze vraag bij bevinding? De val van Adam De Schrift benoemt ons natuurlijk bestaan onomwonden. Deze ontdekkende en aangrijpende beschrijvingen kunnen worden samengevat in één naam: zondaar. Wij zijn ‘kinderen des toorns’ en liggen van nature dood in de misdaden en de zonden, zegt de apostel Paulus in Efeze 2. Onze aangeboren en werkelijke zonden roepen Gods toorn op. Hij kan met de zondaar geen gemeenschap hebben. Het beeld van God zijn we door de zondeval kwijtgeraakt. De overeenstemming met God die er bij de schepping was, namelijk dat we geschapen zijn naar Zijn beeld, dat wil zeggen in ware kennis, gerechtigheid en heiligheid, zijn we geheel verloren. We dragen nu het beeld van de grote leugenaar, de duivel. We zijn blind voor de eer van God en doof voor Zijn roepstem. Niettemin heeft God in Zijn grote barmhartigheid omgezien naar de gevallenmens.Terstond na de val riepHij Adam en sprak: ‘Waar zijt gij?’ God maakte hem bekend met zijn schuld en ontkrachtte al zijn tegenwerpingen en uitvluchten, zodat de hand op de mond gelegd werd. Evenzo ontdekte de Heere Eva aan haar zonde. Hij maakte onze eerste voorouders hun schuld en zonde bekend. De Heere sprak het vonnis en de straf over hen uit en Hij sloot de deur

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==