Toegaan tot de troon der genade

13 - 1 - Zondaars genodigd tot de troon der genade – 1 I n deze uitnemende brief is het de belangrijkste drijfveer van de geze- gende apostel, de ‘schrijver van deHeiligeGeest’, omde voortreffelijk- heid van onze Heere Jezus Christus voor te stellen, en wel in de eerste plaats in Zijn Goddelijke Persoon, ver boven alle engelen, aan wie het is opgedragenHemte aanbidden, juist ook toenHij in demenselijke natuur was.Als het Goddelijke van onzeHeere Jezus Christus verborgen is voor degenendie deze brief lezen,moet hetwel vanwege eenbijzondere kracht zijn van de god dezer eeuw, die de zinnen van de ongelovigen verblind heeft (2 Kor. 4:3, 4). Zullen verblinde mensen ervan afzien om de Zoon God te noemen, wanneer de Vader wél zo spreekt? Hoofdstuk 1 vers 8: ‘Uw troon, o God, is in alle eeuwigheid.’ Daarna spreekt de apostel van Christus’ vleeswording, hoofdstuk 2 vers 11 e.v. Dan spreekt hij over Zijn priesterschap in hoofdstuk 3. De apostel vergelijkt Christus met en verkiestHembovenMozes (hoofdstuk 2); daarna bovenAäron als priester (hoofdstuk 7).Hij vergelijkt HemmetMelchizédek, een uitnemend type van Christus. Door deze brief kunnen we aan de weet komen hoe Paulus met de Joden redeneert (Hand. 9:22, en 17:2 en 3) en wat vandaag de dag de juistemanier is omde Joden te bejegenen.ZolangChristus’Goddelijke Persoon, Zijn gerechtigheid en priesterschap niet meer ruimte krijgen in de godsdienst van de heidenen, is het niet waarschijnlijk dat het christen- dom een zuurdesem voor de Joden zal zijn. De leer van het priesterschap van Christus en van het offer van Zichzelf, dat Hij in dit ambt heeft gebracht, mengt de apostel vaak dooreen met gepaste vermaningen die daaruit opkomen. Zo is dat ook in de context, vers 14: ‘Dewijl wij dan een grote Hogepriester hebben’ (alle hogepries- ters onder het Oude Testament waren slechts typen en afschaduwingen

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==