Toegaan tot de troon der genade

24 tot 6, als Hij over de eerste schepping spreekt (hoewel de troon der genade al eerder was opgericht, zoals de Koning zelf zegt in Spreuken 8 vers 23: ‘Ik ben van eeuwigheid af gezalfd geweest, van de aanvang, van de oudheden der aarde aan’): ‘Waar waart gij, toen Ik de aarde grondde?’ en: ‘Wie heeft haar hoeksteen gelegd?’ Geen enkel schepsel is in die raad geweest. God heeft die troon uitgedacht. Nu evenwel is die troon geopenbaard.Ons geloof mag enmoet op grond van deze openbaring teruggaan en een vernieuwde blik werpen op wat van eeuwigheid is uitgedacht. De Heere bouwt een huis van barmhar- tigheid, opdat een schare van zondaars daarin mag wonen, met Hem en voor altijd. Wat heeft de hoeksteen voor deze troon gelegd, ánders dan de genade? Wat brengt de bewoners binnen, wat bewaart hen en maakt hen volmaakt, ánders dan de genade? Voor wie is het bereid, enwie zullen dit huis van barmhartigheid bezitten, en wie zullen het vol doen zijn, ánders dan ‘de vaten der barmhartigheid, die Hij tevoren bereid heeft tot heerlijkheid’? (Rom. 9:23). Het wordt een troon der genade genoemd omdat de genade hier, en hier alléén, heerlijk wordt onthuld en tentoongespreid. Zolang de mens geen zicht krijgt op God in Christus, kan hij niet zeggen wat de genade van God is. Doorzoek hemel en aarde, maar nooit kunt u zicht krijgen op Gods genade als u niet toegaat tot deze troon. U kunt Gods onein- dige kracht, wijsheid en goedheid zien, geschreven met grote letters in het grote boek van schepping en voorzienigheid. Zolang u echter niet zover komt dat u God in Christus kent op deze troon, kunt u nooit de Goddelijke heerlijkheid, de zaligmakende zegening en de vrije genade van God zien, de genade als een eeuwige bron in het hart van God, die neerstroomt en eeuwig heil brengt op verloren en onwaardige zondaars. Mensen zouden deze troon der genade moeten bezoeken, als ze geen ander doel hadden dan zicht te krijgen op dat heerlijke, de genade van God. Een juiste blik daarop is zaligmakend. Gelovigen zouden ernaar moeten verlangen in de hemel te zijn, als ze geen ander doel hadden dan de bron van die stroom van genade te zien die van de hemel is neergekomen om hen uit de hel te slepen en hen opwaarts te trekken naar de hemel.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==