Toegaan tot de troon der genade

17 vraagt en ontvangt (en dat zal zo blijven tot de hemelen er niet meer zijn), zullen mensen deze troon der genade aanlopen en verheerlijken. Eerst wil ik nadenken over de eigenlijke betekenis van dit woord: een troon der genade . Het is duidelijk dat de apostel in deze brief overal (als ik een vaak verkeerd aangewend woord mag gebruiken) de typen van het Oude Testament op Christus betrekking laat hebben, er nieuwtes- tamentische namen aan geeft en ze toepast op de leer van Christus, waarin hij de Joden aanwie hij schrijft onderwijst.De Kerk van het Oude Testament wist wat een hogepriester was,wat zijn aanstelling, zijn ambt en werk was in de tabernakel in de woestijn en in de tempel van Salomo in Kanaän. Maar zowel Aäron en zijn opvolgers, als de tabernakel en de tempel waren slechts symbolen en afschaduwingen van Jezus Christus in Zijn Persoon en ambt. Er was het heilige der heiligen, waar de hoge- priester alleen in ging, en dat slechts eenmaal per jaar. Hierin stond de ark van het verbond. Hier was het verzoendeksel, en de cherubim bedekten dit. Vandaar de algemene woorden in het Oude Testament, dat God tussen de cherubimwoonde, en dat de gelovigen vertrouwden in de schaduw van Zijn vleugelen. Welnu, het heilige der heiligen was hun symbool van de hemel. De ark, de cherubim en het verzoendeksel waren alle slechts schaduwen , zoals de apostel ze noemt in Hebreeën 10 vers 1, van onze Heere Jezus Christus, van de vrede met God en ons toegaan tot God, dingen die Hij voor mensen tot stand gebracht heeft. Meer in het bijzonder noemt de apostel het heiligste voorwerp in de Joodse oudtestamentische eredienst, dat het verzoendeksel heette, de ‘troon der genade’. Daardoor leert hij ons dat wat er ook maar van Gods genade werd verkondigd en aangeboden, of door het geloof van de oudtestamentische gelovigen werd waargenomen en ontvangen, in het juiste gebruik van deze heilige oude inzettingen van God voor Zijn Kerk, hetzelfde is als wat de gelovigen onder het Nieuwe Testament met groot profijt bezitten in Jezus Christus, het Lichaam, het Tegenbeeld en het Wezen ervan. We ontdekken drie heel gewichtige dingen in het Oude Testament, waarop het verzoendeksel (het symbool van de troon der genade in het Nieuwe Testament) van toepassing was.