Toegaan tot de troon der genade

15 vlees en van Zijn benen’ (Ef. 5:30). Een heerlijk woord! Kan het vlees verscheurd worden, kunnen de beenderen gebroken worden, en zal het hoofd dit dan niet voelen? Hoewel Christus verheerlijkt wordt boven hetgeen wij kunnen bevatten, is Hij toch een levend, gevoelig en barm- hartig Hoofd. Hij is nu even nauw en eng verbonden met al Zijn leden als toen zij Hem met hun ogen gezien, met hun oren gehoord en met hun handen getast hebben als het Woord des levens (1 Joh. 1:1). Er is niets wat een armmens die inChristus gelooft pijn doet, er is geen zucht die uit zijn bevreesde hart opkomt, of het wordt onmiddellijk gevoeld in het toegenegen hart van de Heere Jezus, aan de rechterhand van de Vader. We zouden met dezelfde ademtocht kunnen zuchten en zingen, als wij dit vast geloofden. In mijn tekst staat een heel aangename aanmoediging, en wel vanuit dezelfde grond als Christus’medelijden in de hemel, ommet vrijmoedig- heid toe te gaan tot de troon der genade. De natuurlijkheid en de kracht van de gevolgtrekking is duidelijk als we er heel gewoon aandacht aan schenken. De aanmoediging is dat we gebruik zullen maken van het grootste voorrecht: het is een opgerichte en geopenbaarde troon der genade. Wij hebben de belangrijke plicht te vervullen dat we gelovig zullen toegaan tot deze troon, of tot onze God, Die op deze troon der genade gezeten is. Wat ik wil gaan doen en wat ik wil behandelen als ik over deze woorden spreek, zal zijn dat ik op vier belangrijke vragen een antwoord zal geven, die er gevonden worden in de harten van allen die God verheerlijken. De eerste belangrijke vraag is:Waar kan ik God vinden? Dit was de vraag en de wens van Job. Job 23 vers 3: ‘Och, of ik wist, dat ik Hem vinden zou; ik zou tot Zijn stoel komen.’ Dat deze stoel voor Job een troon van genade was, blijkt uit vers 6. Deze tekst zegt ons dat God op de troon der genade gezeten is. Het is een geschikte plaats om er God te zoeken, en waar een zondaar Hem in Zijn genade kan vinden. De tweede vraag is hoe wij moeten toegaan tot God op deze troon. De apostel zegt: ‘Laat ons met vrijmoedigheid toegaan.’ Het oorspronke- lijke woord betekent: vrijelijk toegaan, door vrij, open en vrijmoedig te