Leer ons bidden

16 Zo gemakkelijk als het is om onze gedachten te richten op de dingen van de tijd en van de wereld, zo moeilijk is het om onze gedachten te richten op de dingen van de eeuwigheid, ja, op God Zelf! Daarin komen we er wel achter dat het bedenken des vleses vijandschap is tegen God. Dat is ook een les van de binnenkamer. Daarom is voorbereiding op het gebed zo nodig. McCheyne zei vaak dat veel van zijn gebedstijd bestond uit de voorbereiding óp het gebed. Tegen zijn vriend Andrew Bonar zei hij: ‘Als ik me een half uur afzonder voor het gebed, heb ik een kwartier nodig omme op het gebed voor te bereiden alvorens ik in staat ben om te bidden.’ Zonder de Geest der genade en der gebeden kunnen we niets begin- nen. In de voorbereiding op het gebed niet en in het gebed zelf ook niet. Je ontmoet weleens mensen die altijd kunnen bidden, maar ik kan u verzekeren dat dit de echte bidders niet zijn. Zulken weten ten diep- ste niet wat bidden is. We kunnen immers wel een half uur of een uur op onze knieën hebben gelegen, maar dat we toch moeten zeggen: ‘Ik heb niet gebeden.’ Wie het vatten kan, die vatte het. In de voorbereiding op het gebed is het goed om voor onszelf vast te stellen wat ons bezighoudt. Als je vanuit het dagelijkse leven in de een- zaamheid komt, dan neem je alle indrukken van dit leven mee. Alles wat je gedachten bezighoudt, komt mee in de binnenkamer. Daarom kan het goed zijn om al die dingen van je af te schrijven. Zijn er allerlei dingen die je voortdurend weer voor de aandacht komen, schrijf ze dan op en leg ze vast, zodat je ze in de binnenkamer kunt loslaten en er op een ander moment op terug kunt komen. Daarnaast is het goed eerst iets stichtelijks te lezen voor je tot het gebed gaat. Dat is natuurlijk vooral Gods Woord. Ik denk daarbij aan de Psalmen. Dat zijn in de meeste gevallen gebeden. Daarin proeven we niet alleen gebeds uitzien , maar ook gebeds strijd en gebeds nood . Je zou kunnen zeggen: alle facetten van het binnenkamerleven zijn in de Psal- men terug te vinden. Denk vooral aan Psalm 119. Daar komen we een bidder tegen die wel wist dat hij niet bidden kon en dat aan zijn ziel zo vaak het leven ontbrak dat nodig is om de ziel tot God te doen uitgaan. Hoe vaak lezen we in Gods Woord niet de uitroep om leven. Denk aan