Leer ons bidden

14 in die kamer terugtrekken en de deur achter zich sluiten. Als kinderen wisten we het wel, al spraken we daar met elkaar niet over, dat er in dat kleine tussenkamertje voor ons gebeden werd. Soms hoorden we de aandoenlijke weerklank van een trillende stem, die smeekte en pleitte, alsof het leven ervan afhing. Dan slopen wij op onze tenen langs die deur om dat heilige onderhoud maar niet te ver- storen. Vaak lag er een glans over vaders gezicht als hij uit dat kamertje kwam. Het was een weerspiegeling van de tegenwoordigheid Gods, waarin hij verkeerd had. Hij leefde voor Gods aangezicht.’ Over de binnenkamer gesproken... Een zekere arts,Thomas Brown, hadmet zichzelf een verbond gemaakt. ‘Ik moet bidden op alle plaatsen waar de stilte daartoe nodigt. In elk huis, in elke straat en op elke weg. Dat in deze stad toch geen enkele straat zou zijn, die tegen mij kan getuigen dat ik daar mijn God en mijn Redder vergeten ben.’ Uit dit citaat zien we dat het gebedsleven niet alleen bepaald wordt door de gebeds behoefte . Zouden we dan nog veel bidden, of niet? Zelfs Gods kinderen met veel oefeningen in het leven der genade moeten vaak klagen over hun gebrek aan gebedsbehoefte. Ook onder Gods kinderen en Gods knechten kan het zo stil zijn.Was er niet het binnenkamerleven van Sions biddende Zaligmaker in het bin- nenste heiligdom, het zou voor Gods Kerk en ook voor Gods knechten een verloren zaak zijn. Wat kan het in dat opzicht ook in het leven van Gods kinderen laag aflopen. Wat kan het dor en doods zijn, zodat de lust tot bidden ontbreekt. Zelfs Gods kinderen kunnen uitvluchten zoeken, om maar niet in de binnenkamer te hoeven zijn... Dat getuigt van verachtering of op z’n minst van verschraling van het geestelijk leven. Ik las bij een Engelse schrijver het volgende: ‘Het gebed ont- hult de ware toestand van onze ziel. Het is een spiegel die ons echte gelaat toont.’ Als het gebedsleven op een laag peil staat, is dat op zich- zelf al een aansporing om dan júíst de binnenkamer op te zoeken met het gebed: ‘Uw gunst vernieuw’ mijn leven en mijn krachten’ (Psalm 119:80 ber.). Als de gebedsbehoefte ontbreekt, is gebeds orde en gebeds discipline van

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==