In gesprek met Jezus

12 Johannes begint met te zeggen: ‘Na dezenwas een feest der Joden, en Jezus ging op naar Jeruzalem’ (Joh. 5:1). Er wordt niet gezegd welk feest het was.We merkenweer dat Johan- nes daar niet in geïnteresseerd is.Hij wil vertellenwat er na de genezing is gebeurd enwelke confrontatiemet de Joden daaruit is voortgekomen. Het is een confrontatie waarin Jezus dingen over Zichzelf en Zijn werk heeft gezegd die meer licht werpen op Zijn persoon en arbeid. Daar gaat het Johannes om. Hij wil dat zijn lezers zullen zien Wie Jezus is. Hij volstaat daarom met te zeggen dat Jezus na de genezing van de zoon van de koninklijke hoveling naar Jeruzalem ging om het Joodse feest mee te maken. Het was een feest waarop er veel pelgrims in Jeruzalem waren. Daarom denken we aan het Loofhuttenfeest. Johannes vertelt ons dat Jezus bij Zijn komst in Jeruza- lem een bezoek bracht aan een badinrichting, Bethesda genaamd. In dat badhuis lagen zwaar zieke mensen en gehandicapten. Zij wachtten allen op een heftige beweging in het water, want dat was het teken dat een genezende engel in het water afdaalde. De persoon die dan het eerst in dit water afdaalde, werd genezen, van welke kwaal hij ook bevangen was. Nu was er een lamme man, die daar al 38 jaar lag. Steeds als het water beroerd werd, was iemand anders hem voor. Jezus ontfermde Zich nu juist over deze man. Hij sprak tot hem: ‘Sta op, neem uw beddeken op en wandel’ (Joh. 5:8). Er ging zoveel kracht uit van Jezus’ bevel, dat we lezen: ‘En terstond werd de mens gezond, en nam zijn beddeken op en wandelde’ (Joh. 5:9). Er vond weer een genezingswonder plaats. Jezus toonde opnieuw dat Hij meer was dan een gewoon mens. De manier waarop Johannes Jezus’ bevel en de genezing, die er

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==