Zie, Ik sta aan de deur

13 zou je de wereld moeten verlaten.’ En zo werden de grenzen van kerk en wereld langzaam maar zeker uitgewist. Die Nikolaïeten zeiden eigenlijk dat men best een goed christen kon zijn en tege- lijkertijd – natuurlijk tot op zekere hoogte – van de wereld genieten. Men kan christen zijn én van de wereld genieten tegelijk. Zo verzwagerden zij zich met de wereld, zoals ook Israël op de raad van Bileam zich verzwagerde met de Moabieten. En u weet: dat kostte duizenden het leven. Ook vandaag is de vorst der duisternis erop uit om de gemeente te verwoesten, zoals hij in die tijd de gemeente van Pérgamus trachtte te verwoes- ten. Want er wordt tot twee keer toe gezegd in dit Schriftgedeelte dat daar in Pérgamus ‘de troon des satans’ was. Daar troonde hij. En er staat ook dat hij daar woonde. Dus hij had daar zijn bivak. Satan voelde zich daar thuis. Het was daar het hol van de leeuw. Hij ging daar dan ook tekeer als een brullende leeuw, zoekende wie hij zou kunnen verslinden. Hij ging daar rond op een meer sluwe wijze, als een engel des lichts, om zo mogelijk de uitverkorenen te verleiden. Wat een hachelijke situatie als je in zo’n plaats een gemeente hebt! Daar waar de troon van satan staat. Daar waar van satan gezegd wordt dat hij daar woont. Geliefden, worden we hier als het ware niet ver-

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==