De Ark der behoudenis

14 Wij weten dat toen Christus onder ons woonde, Hij niet alleen een lichaam maar ook een ziel had, een tedere, menselijke ziel. ‘Nu is Mijn ziel ontroerd; en wat zal Ik zeggen? Vader, verlos Mij uit deze ure. Maar hierom ben Ik in deze ure gekomen’ (Joh. 12:27).Welnu, broeders, ik sta niet zozeer stil bij het woordje ‘ziel’, als wel bij: ‘Wat zal Ik zeggen?’ Och, zij geven uiting aan de teerheid van een menselijke ziel! Met eerbied gesproken zou ikwillen zeggen dat er sprake lijkt te zijn van een heilige verbijstering in Zijn gemoed. ‘Toen zeide Hij tot hen: Mijn ziel is geheel bedroefd tot den dood toe’ (Matth. 26:38). Het volgende vers laat vervolgens zien dat Hij een menselijke wil had: ‘Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat dezen drinkbeker van Mij voorbijgaan; doch niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt.’ Uit deze Schriftgedeelten blijkt dat, als er staat: ‘Het Woord is vlees geworden’, er niet mee bedoeld wordt dat de Godheid verenigd was met een menselijk lichaam zonder een ziel.Nogmaals, umoet het niet zo opvatten alsof het een zondig lichaam was. Het woord ‘vlees’ wordt vaak in de nu volgende betekenis gebruikt: ‘De Geest begeert tegen het vlees’ (Gal. 5:17). Sommigen hebben dit gedacht, maar het heeft niet altijd deze betekenis. Zo staat er in Ezechiël 36:26: ‘lk zal het stenen hart uit uw vlees wegnemen, en zal u een vlezen hart geven.’ En verder weten wij heel goed uit het Woord van God dat Christus heilig was. Bij de aankondiging van Zijn geboorte zei de engel: ‘Daarom ook, dat Heilige, Dat uit u geboren zal worden, zal Gods Zoon genaamd worden’ (Luk. 1:35). Wij weten dat Hij in Zijn mensheid heilig, onnozel, onbevlekt en afgescheiden was van de zondaren. Nadrukkelijk lezen we dat het enige waarin Hij verschilde, was dat Hij geen zonde had (Hebr. 4:15). Door Zijn sterven ‘heeft Hij Zich Gode onstraffelijk opgeofferd’. Dus het is waar dat Zijn mensheid heilig was. b. Nu kom ik tot de werkelijke betekenis van de woorden, namelijk dat Hij Die de tweede Persoon in het GoddelijkWezen was, één werd met een heilige, menselijke ziel, en met een lichaam dat onze zwakheden zoals dorst, pijn, enzovoort, kende; een lichaam dat kon wenen, vermoeid zijn en lijden, want dat ligt allemaal opgeslo- ten in het woordje ‘vlees’. ‘Alle vlees is gras.’ Dit wordt gezegd van onze zwakheid. ‘HetWoord is vlees geworden.’ ‘De verborgenheid der godzaligheid is groot: God is geopenbaard in het vlees’ (1 Tim. 3:16). Misschien vragen sommigen van u waarom God in het vlees werd geopenbaard. Hier waren drie voorname redenen voor. De eerste reden was om de wet van God te kunnen gehoorzamen in dezelfde natuur als waardoor de wet was geschonden. Toen de duivel de mens zover had gekregen dat hij de wet met voeten had getreden alsof zij nooit had bestaan, dacht hij dat zij haar hoofd nooit meer omhoog zou heffen. Welnu, het Woord is vlees geworden om haar te kunnen gehoorzamen. Daarom staat er: ‘Maar wanneer de volheid des tijds gekomen is, heeft God Zijn Zoon uitgezonden, geworden uit een vrouw, geworden

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==