Volgen

8 zijn geen bijzondere mensen. Ze zijn gewoon. Het zijn geen jongens die afkomstig zijn uit de hoogste kringen van de samenleving. Het waren twaalf gewone mannen, eigenlijk jonge jongens. Jongeren, zoals ze vaak in de Sta- tenvertaling worden genoemd. Dat is ook dé reden om dit boekje voor jongeren te schrijven. Gods Koninkrijk De Heere Jezus riep deze twaalf jongeren. Zij zijn steeds in de buurt van Hem. Hij is hun Meester en zij volgen in het spoor van de Meester. Ze zien Zijn wonderen. Hij is met hen in gesprek. Hij geeft hun onderwijs. Hij kneedt en vormt hen voor de grote taak die Hij hen oplegt. Zo legt Christus het fundament van Zijn gemeente. Hij had er ook alles aan kunnen doen om ervoor te zorgen dat heel veel mensen Zijn boodschap gingen om- armen. Op die manier zou Hij steeds meer aanhangers krij- gen. Er zijn veel leiders geweest in de wereldgeschiedenis die zo een beweging begonnen. Met Jezus was dat anders. Hij koos voor twaalf discipelen en leerde hen. Menselijk gezien had dit geen kans van slagen. Maar Zijn Koninkrijk is geen zaak van luidruchtigheid. Het was de Heere Zelf Die door de mond van de profeet Zacharia sprak: ‘Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden’ (Zach. 4:6). Dichtbij Jezus legde de toekomst van Zijn gemeente en de verkon- diging van het Evangelie op de schouders van deze jonge mannen. Hij had met de roeping van de twaalf discipelen een bijzonder plan. Jezus gaf hun onderwijs. Hij legde Zijn

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==