De blinkende Morgenster

11 W OORD VOORAF N Ahet beëindigen van het schrijven van 52meditaties over het boek Ruth volgde een verzoek 52meditaties te schrijven over het laatste boek van het Nieuwe Testament, namelijk De Openbaring aan Johannes. Dit verzoek herinnerde mij aan een interview voor het jongerenblad Daniël op 27 mei 1994, waarbij twee jongeren de vraag aan mij stelden: ‘Dominee, wat zou de oorzaak zijn dat er, behalve over de zeven brieven aan de gemeenten van Klein-Azië, zo weinig gepreekt wordt uit het boek De Openbaring aan Johannes?’ Het antwoord is na vele jaren nog altijd hetzelfde, namelijk hetgeen de Statenvertalers over dit bijbelboek hebben geschreven: Het is vol Goddelijke leringen, maar vele plaatsen zijn moeilijk om te verstaan. In de gemeente van Veenendaal heb ik destijds voor de +16-vereniging in het kort over dit bijbelboek enkele inleidingen gehouden. Verder heb ik 22 preekschetsen gemaakt hierover. In het diepe besef vanmijn onkunde, is het toch mijn hartelijke begeerte omenige van die ‘Goddelijke leringen’ die dit bijbelboek bevat, op schrift te mogen stellen. Ja, dat deze mogen staan in het licht van wat Johannes schrijft hierover: ‘Hetgeen ik gehoord en gezien heb.’ Geliefde lezer, is het zeker het oogmerk niet – daartoe ontbreekt mij de wetenschap – diep af te dalen in deze goudmijn van Gods Woord, anderzijds ligt het op de bodem van het hart met de dichter van harte in te stemmen met wat wij lezen in Psalm 119 vers 7: ’k Heb anderen al de rechten van Uw mond met lust verteld, hen vlijtig onderwezen. De titel van dit boek is ontleend aan hoofdstuk 2 vers 28, waar we lezen: En Ik zal hem de morgenster geven, wat inhoudt, zo zeggen de kanttekenaars, een groter licht aangaande de kennis vanChristus totdat de zon vanGods

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==