De blinkende Morgenster

16 juist reden om de komst van deze Koning te verbeiden. Al deze tekenen prediken immers: ‘Maranatha, Jezus komt.’ Er zullen hongersnoden, pestilentiën en aardbevingen zijn in verschei- dene plaatsen, maar al deze dingen zullen maar een beginsel zijn der smarten. Voordat het einde er is, zal Gods Kerk ervaren dat de hel geen middel onbeproefd zal laten om – indien het mogelijk ware – zelfs de uitverkorenen te verleiden. Velen die de naam van christen dragen, maar Christus vreemd zijn, zullen geërgerdworden en tot afval komen.Het zal zaad blijken te zijn dat geen wortel heeft. Vandaar dat Jezus zegt: ‘Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden.’ De huichelaar en hypocriet zal dit woord niet verschrikken, maar het kan Gods ware volk menigmaal met veel vrees bezetten. Bij hen wordt in hun eigen waarne- ming het volharden immers niet gevonden. En toch juist voor dezulken geldt het woord: ‘Vreest geen der dingen, die gij lijden zult.’ Want het vuur der verdrukking zal voor hen niet heter gestookt worden dan dat de grote Goudsmid dit zal toelaten. Zij zullen overwinnen, omdat de Overwinnaar hen is voorgegaan. De Heere roept Zijn Kerk daarom toe: ‘Zo waakt dan, want gij weet den dag niet noch de ure, in dewelke de Zoon des mensen komen zal.’ Leeft u nog voor eigen rekening? O, hoor dan de waarschuwing van Jere- mia: ‘Geeft ere denHeere uwGod, eer dat Hij het duister make en eer uw voeten zich stoten aan de schemerende bergen; dat gij naar licht wacht, en Hij datzelve tot een schaduw des doods stelle, en tot donkerheid zette.’ Uw Koninkrijk koom’ toch, o Heer’! Ai, werp den troon des satans neer; Regeer ons door Uw Geest en Woord; Uw lof word’ eens alom gehoord, En d’ aarde met Uw vrees vervuld, Totdat G’ Uw rijk volmaken zult.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==