Ware wijsheid

vanwedergeboorte openbaar komen in zijn jonge leven.Maarwat heeft deHeere hiermee nogmeer te zeggen? Onze kanttekenaren hebben het zo treffend uitgelegd: ‘Omdat hij een voorbeeld zou zijn van denHeere Christus, Die de welbeminde Zone Gods, de Stichter van Gods huis en de rechte Koning des vredes is.’ Meer dan Salomo is Christus! Salomo werdbedeeldmet bijzonderewijsheid (profetisch), zou een tempel voor de Heere mogen bouwen (priesterlijk) en een koning des vredes zijn (koninklijk).Toch, Salomowas en bleef eenAdamskind in zichzelf.Dat is helaas aan het einde van zijn leven wel gebleken. Salomo is als een arme zondaar uit genade gezaligd, alleen ‘om des Heeren wil’. Alleen vanwege de verkiezing van de Vader, de koping door de Zoon en het toepassend werk van de Heilige Geest is Salomo behouden. Maar meer dan Salomo is Christus! Christus is de ware Jedid-Jah, de Beminde des Heeren. Bemind van de Vader is Hij gekomen in de tijd. DoorZijnwijsheidzalHij als de groteProfeet blinden leiden inde rechte weg. Door Zijn verzoenendwerk zal Hij als de enigeHogepriester Zijn tempel bouwen. Door Zijn regering zal Hij als de eeuwige Koning Zijn volk verlossen en beschermen tot de jongste dag. Welgelukzalig is dan de mens die naar Hem hoort. Geliefde lezer(es), hebben wij al een plaats gekregen op de leerschool van de Meerdere van Salomo? Daar worden de lessen geleerd die nodig zijn op reis naar de eeuwigheid. Lessen in de bevindelijke kennis van ‘God in Zijn algenoegzaamheid, Jezus in Zijn dierbaarheid en zichzelf in zijn vloek- waardigheid’, zoals Hellenbroek het ons voorhoudt. De Spreuken bevatten veel praktisch onderwijs voor het dagelijks, hui- selijk, ambtelijk engeestelijk leven.Het gaat vooral omdewarewijsheid en de vreze des Heeren. Onze kanttekenaren wijzen erop dat wat de samenstelling van deze spreuken betreft de eerste negen hoofdstukken als een inleiding van Salomo beschouwd moeten worden, de volgende vijftien hoofdstukken door Salomo zijn toegevoegd en de volgende vijf hoofdstukken uit Salomo’s geschriften zijn verzameld door koning Hizkia. In de laatste hoofdstukken vinden we woorden van Agur en lessen van Salomo’s moeder. De eerste negen hoofdstukken vormen dus een inleiding op het hele boek, waarin gewezen wordt op de ware wijsheid. Deze inleiding ein- digt in hoofdstuk 8 en 9. Deze twee hoofdstukken mogen we wel ‘het

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==