Gij zijt hun roem

16 verdronk.Klein zelf was toen zestien jaar.De begrafeniswerd geleid door ds. C.B.Holland, die de Hervormde Gemeente vanHuizen van 1924 tot 1929 heeft gediend. Vanuit Huizen is domineeHolland naar Delfshaven gegaan. Daar maakte hij zelf mee dat een zoon van hem verdronk. Niet lang daarna heeft hij de familie Klein nog een brief geschreven. De in 1951 aangenomen kerkorde heeft Klein ertoe gebracht de Her- vormdeGemeente vanHuizen te verlaten.Daarbij zal ook een rol hebben gespeeld dat hij na het vertrek van ds. J. van Sliedregt, die de gemeente van 1945-1948 heeft gediend, zich onder de prediking niet meer echt thuis voelde. Huizen telde inmiddels drie predikanten. Terecht of on- terecht, maar zowel de collega’s als de opvolger van ds. Van Sliedregt hadden niet het geestelijke vertrouwen van Klein. Verscheidene kinderen van God volgden Klein. Aanvankelijk las hij niet alleen zijn eigen gezin,maar een aantal families thuis preken voor. Vanaf 1956 kwam men bijeen in het Zaaltje aan de Voorbaan. Meer dan eens was de Heere kennelijk in het midden tegenwoordig. Daarnaast heeft hij vanaf die tijd enkele hervormde predikanten van wat wij de uiterste rechterzijde noemen, gevraagd voor te gaan. Met het oog op de bedie- ning van de sacramenten is echter op een gegeven moment aansluiting gevraagd bij de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Niet minder dan in de Hervormde Kerk raakte Klein teleurgesteld in de Oud Gereformeerde Gemeenten.Wat hij miste was dat met Gods Woord als regel zonder aanzien van de persoon recht werd gedaan. Zo kwam het dat de Oud Gereformeerde Gemeente van Huizen tegen het einde van de jaren tachtig een zelfstandige gemeente werd. Daar kwamnog iets anders bij, en dat was de visie op predikanten. Klein zelf sprak altijd over leraars (en bij zijn spraakgebruik sluit ik mij nu aan). Hij vond dat in oud gereformeerde kring de leraars te veel op een voetstuk werden gezet en boven alle kritiek verheven leken te zijn. Dat was hij in de Hervormde Kerk niet gewend geweest. Op dat punt heeft hij zich altijd een buitenbeentje gevoeld in oud gereformeerde kring. Hij had achting voor predikanten om hun ambt en als zij de vreze Gods vertoonden om de vreze Gods, maar toch bleven het voor hemmensen.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==