Bij brood en beker

11 - 1 - Christus, het volmaakte Offerlam Want Dien, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem. 2 Korinthe 5:21 I K ga deze tekst niet verklaren, maar zal slechts een paar dingen voorleggen die een geschikt onderwerp kunnen zijn voor uw overdenking op dit moment. Er zijn drie dingen betreffende God de Vader; drie dingen betref- fende de Zoon, en drie dingen betreffende onszelf. Die staan alle in de woorden die ik heb genoemd, en ze zijn alle geschikt voor ons om het geloof werkzaam te doen zijn. Het eerste. Met de hulp des Heeren wil ik noemen de soevereiniteit van God de Vader, Zijn gerechtigheid en Zijn genade. Zijn soevereiniteit: Hij heeft Hem, Christus, gemaakt. God de Vader heeft Hem gemaakt. Zijn gerechtigheid: Hij heeft Hem zonde gemaakt, als een Offergave, een Offer voor de zonde. Zijn genade: ...opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem. De soevereiniteit van God. Ik zou kunnen zeggen dat de soevereini- teit van God zich uitstrekt tot alle uitverkorenen, en laten zien voor wie Christus tot zonde gemaakt moest worden. Christus werd im- mers niet voor allen tot zonde gemaakt, maar alleen voor degenen die ‘rechtvaardigheid Gods in Hem’ zouden worden. Ook zou ik de soevereiniteit van God kunnen noemen aangaande dingen die in zoverre van de Wet afzien, dat Hij Die geen zonde heeft gekend,

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==