Bij brood en beker

9 Ten geleide J OHN Owen hield zijn meditaties bij het Heilig Avondmaal in de periode van 1669 tot 1672, terwijl de laatste ervan dateert uit 1682. In die tijd was hij predikant van een onafhankelijke gemeente in Londen. De vijfentwintig meditaties in deze uitgave moeten niet worden opgevat als avondmaalspredikaties, maar als korte overdenkingen in de week vóór de bediening van het sacrament. Ze waren bedoeld als voorbereiding, en wel – volgens Owens eigen zeggen – tot over- denking, onderzoek, smeekbede en verwachting. Hier is niet een geleerd theoloog aan het woord, maar de bewogen zielzorger die zijn gedachten zo eenvoudig mogelijk op zijn hoorders wil overbrengen. Owen heeft de meditaties niet zelf laten publiceren. Ze werden tijdens de bijeenkomsten in kortschrift opgenomen door Sir John Hartopp, een vriend van Owen. Hartopp heeft ze later uitgewerkt, maar er verder niets mee gedaan. Pas lang daarna heeft een klein- dochter van Hartopp, mevrouw Cooke, de teksten aan een zekere RichardWinter gegeven, die in 1760 voor de publicatie ervan heeft gezorgd. De meditaties werden met soms grote tussenpozen gehouden. Ze zullen ook het best tot hun recht komen wanneer ze afzonderlijk in stilte worden gelezen en overdacht in de week van voorbereiding op het sacrament. Aan het begin van elke meditatie staat een Bijbeltekst, die bepalend is voor de inhoud ervan. In de oorspronkelijke uitgave zijn de overdenkingen alleen voorzien van een nummer. Ter wille

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==