Zie, Hij komt

14 vonden die belachelijk; ze noemden de apostel een ‘klap- per’.De prediking van de gekruisigdeChristus was immers voor de Grieken een dwaasheid (1 Kor. 1:23). Toch wilden de epicureïsche en stoïsche filosofen, twee verschillende sekten, horen wat de ‘klapper’ te zeggen had. Dan staat Paulus inhunmiddenop enhoudt een toespraak. Hij spreekt tot de filosofen en geleerden heel anders dan zoals hij zich gewoonlijk tot de mensen richt. In zijn toe- spraak is heel duidelijk meer diepte in zijn gedachtegang, meer filosofische redenering, een meer verheven stijl dan die we in zijn gebruikelijke toespraken aantreffen wan- neer hij tot de gewone man spreekt. Zijn toespraak is zodanig dat hij daarmee waarschijnlijk de aandacht van de filosofen wil trekken om hun instemming te winnen. Hij laat zien dat hij geen ‘klapper’ is,maar iemand die evenveel gezond verstand kan bieden als zij. Hoewel zij prat gin- gen op hun wijsheid, waren zij toch niet in staat om hem tegen te spreken.Wat hij hier doet, komt overeen met wat hij over zichzelf zegt in 1 Korinthe 9 vers 22, dat hij ‘allen in alles geworden is, opdat hij immers enigen behouden zou’. Hij is niet alleen voor de zwakken geworden als een zwakke, opdat hij de zwakken winnen zou. Nee, hij is ook voor de wijzen als een wijze geworden, opdat hij de wij- zen winnen zou. In de eerste plaats redetwist hij met hen over hun af- godendienst. Hij legt hun uit wie de ware God is en brengt naar voren hoe onredelijk het is om te veronderstellen dat Hij in zo’n eredienst vol bijgeloof vreugde zou hebben. Hiermee begint hij, omdat het wel heel waarschijnlijk is