Door de Geest geleid

12 ‘O, mens’, zegt de Heere tot Adam, ‘gij zult niet alleen met smart uw brood eten, maar het aardrijk is ook om uwentwil vervloekt, en gij die onsterfelijk waart, zult tot het stof, dat gij boven uw ziel prijst, wederkeren’ (Gen. 3:17). Maar het einde ervan past bij het begin. Het begin had al het kwaad van de zonde in zich, en het einde heeft al het kwaad van de straf in zich. De stromen van ellende van dit leven, zij lopen uit op een oneindige, grenzeloze en bodemloze oceaan van eeuwigdurende toorn. Als u naar het vlees leeft, dan zult u sterven, en dat is niet alleen de dood hier, maar ook de eeuwige dood hierna. De ellenden van dit leven zijn niet een straf die evenredig is met de zonde; ze vormen maar het handgeld van die grote som die in de dag van afrekening betaald moet worden, en dat is de verdoemenis, ‘het eeuwig verderf, van het aangezicht des Heeren en van de heerlijkheid Zijner sterkte’ (2 Thess. 1:9). Nu, zoals de wet de volkomen ellende van het mensdom blootlegt, zo heeft het Evangelie een volmaakte remedie voor al deze ellende aan het licht gebracht. Jezus Christus is geopenbaard opdat Hij onze zonden zouwegnemen, en daarom is ZijnNaam Jezus, ‘want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden’ (Matth. 1:21). Dit is het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt. Het oordeel was door één mens tot verdoemenis van allen, maar nu is er geen verdoemenis voor degenen die in Christus Jezus zijn, dus deze twee kwaden, die waarlijk alle kwaad in zich hebben, zijn weggedaan. Hij neemt weg de vloek der wet, zijnde een vloek onder de wet gemaakt, en Hij neemt weg de zonde tegen de wet door ZijnGeest.Hij heeft een tweeledige kracht, want Hij kwamdoor bloed enwater (1 Joh. 5:6, 7), door bloed om de schuld der zonde af te wassen, en door water om ons van de zonde zelf te reinigen. Maar intussen zijn er nog vele droefenis- sen en ellenden op ons, die algemeen zijn voor de mensen. Waarom worden die niet weggedaan door Christus? Ik zeg, het kwade ervan is weggenomen, hoewel ze zelf blijven. De dood is niet weggenomen, maar de prikkel des doods is ver- wijderd. De dood, droefenissen en alle andere ellenden zijn door Jezus Christus overwonnen, en zijn zo tot dienstknechten gemaakt om ons goed te doen. Het kwade ervan zijn Gods toorn en de zonde, en deze zijn weggenomen door Jezus Christus. Nu zouden deze dingen waarlijk geheel worden weggenomen als het niet goed voor ons was dat ze bleven, want ‘alle dingen werken mede ten goede, namelijk dengenen die God liefhebben’ (vs. 28). Zo hebben we dan een allervol- komenste verlossing in uitgebreidheid, maar niet in gradatie. De zonde blijft in ons, maar niet in heerschappij en kracht. De toorn vlamt soms op vanwege de zonde, maar kan niet toenemen tot een eeuwigdurende gloed. Droefenissen en ellenden veranderen van naam en kunnen nu onderwijzingen en beproevin-

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==