Door de Geest geleid

11 - 1 - Ellende en verlossing Zo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar den Geest. Romeinen 8:1 E R ZIJN DRIE DINGEN die ertoe bijdragen om een mens ellendig te ma- ken: de zonde, de verdoemenis en het verdriet. Iedereen kan waarnemen dat ‘de mens tot moeite geboren wordt, gelijk de spranken der vurige kolen zich verheffen tot vliegen’, en dat zijn dagen hier weinig en kwaad zijn. Maanden der ijdelheid zijn hem ten erve geworden, en nachten dermoeite zijn hemvoorbereid (Job 5:7; 7:3). ‘Hij is kort van dagen en zat van onrust’ (Job 14:1). De heidenen hebben veel overdenkingen gehad over de ellende van het leven van de mens, en ze hebben het merendeel van de christenen hierin overtroffen. Wij tellen al- leen enige onheilen en tegenslagen onder onze ellenden, zoals armoede, ziekte, smaad, verbanning en dergelijke. Zij hebben op hun beurt zelfs de natuurlijke behoeften van de mensen tot hun ellenden gerekend, van voortdurend in een cirkel van eten, drinken en slapen rond te moeten draaien.Wat een last moet het voor een onsterfelijke ziel zijn om dat wiel onafgebroken rond te wentelen! Wij makenmeer werk van het lichaamdan van de ziel. Zij hebben het lichaam als een last voor de ziel beschouwd. Zij plaatsten nageslacht, eer, genoegen, en dergelijke dingen, waarin de mensen hun ziel de vrije loop laten, onder de grootste men- selijke ellenden. Zij zagen het alles als ijdelheid en kwelling, zowel het genieten als het verliezen van deze dingen. Maar helaas, zij kenden de fontein van al deze ellende niet, namelijk de zonde, en evenmin de voltooiing van deze ellende, de verdoemenis. Zij dachten dat demoeite uit de aarde en het stof voortkwam, door een natuurlijke noodzakelijkheid of door toeval,maar hetWoord vanGod brengt ons aan het licht wat de reden en het einde ervan zijn. De reden en het begin ervan was de afval van de mens vanGod en zijn wandel naar het vlees, en uit deze bron zijn alle rampspoeden en stromen van ellende in de wereld voortgekomen. Die zijn niet alleen de mens ten deel gevallen, maar ook de gehele schepping, welke volgens vers 20 van ons teksthoofdstuk aan de ijdelheid onderworpen is.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==