Door de Geest geleid

21 steeds verdoemenis voor u. Al zou de hele wereld beraadslagen over deze zaak om een losprijs voor de mens uit te vinden; veronderstel dat al de schatten van monarchen, de mijnen en ingewanden der aarde, de koffers van de rijkenwerden nagespeurd; ja, laat de prijs van de aarde, de zee, de hemelen en de zon en de maan zo hoog mogelijk worden geschat; breng al de verdiensten van engelen en mensen samen, al hun goede daden en hun lijden; dan zou toch de som van dat alles bij elkaar opgeteld niet genoeg zijn omdeminste penning van deze schuld te betalen. De aarde zou zeggen: het is in mij niet. De hemel zou hetzelfde moeten zeggen. Engelen en mensen zouden kunnen zeggen: wij hebben ervan gehoord, maar het is voor alle levenden verborgen. Waar is dan de loskoping van de vloek? Waar zal een losgeld worden gevon- den? Voorwaar, God heeft het gevonden; het is bij Hem. Hij heeft Zijn Zoon als een rantsoen gegeven; Zijn bloed is kostbaarder dan zielen, om niet te spreken van goud en zilver. Is dit dan niet een groot voorrecht, waarvan geldt dat als al de koninkrijken van de wereld voor de hoogste prijs werden verkocht, zij het toch niet zouden kunnen kopen. Wat een juweel is dit! Wat een parel! Wie van u ook aan deze toorn is ontkomen, bedenkwat uwvoordeel is.O, overweeg de waardig- heid waartoe u bent bevorderd, dat u uw hart aan Hemmocht verbinden om de Zijne te worden, de Zijne geheel – ‘want gij zijt duur gekocht’ (1 Kor. 6:20) – en niet meer van uzelf. Hij heeft Zichzelf voor u overgegeven, en Hij werd tot een vloek gemaakt omu van de vloek te verlossen. O, hoe zou u behoren te wandelen als bevoorrechte mensen, als verlosten! Ik smeek u allen u te bezinnen en na te denken en te peinzen over het vonnis dat tegen ons uitgesproken is. Er is hoop om ervan bevrijd te worden als u het wilt toepassen op uzelf. Maar als u toch wilt voortgaan op de weg der zonde, zonder terug te keren, weet dit, dat u maar bezig bent deze vloeken te ver- menigvuldigen door vele koorden van uwongerechtigheden te vlechten omu in eeuwige ketenen te binden. U bent slechts bezig een put voor uw ziel te graven, u die u in uw zonden afmat en er u in beweegt en het aangeboden rantsoen niet wilt omhelzen. Sleutel en slot van die put is eeuwige wanhoop. O, bedenk hoe spoedig uw plezieren en winsten een einde zullen nemen, en laat enige van uw gedachten het kunnen stellen zonder de tijdelijke dingen, met de bedoeling ze te wijden aan de eeuwigheid, de draad die van eeuwigheid tot eeuwigheid uitgesponnen wordt – juist de lengte van de dagen van de Oude van dagen, die geen begin noch einde hebben! Denk daar nú aan, opdat u niet even lang ellendig wordt als God gelukzalig is, dat is: eeuwig. Alle mensen willen graag voorrechten bezitten boven anderen, maar van de

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==