Door de Geest geleid

17 en lichaam niet geheel vernietigen, maar zal een eeuwigdurende verwoesting zijn en een levende dood. Dit is het vonnis dat eenmaal in hetWoord vanGod tegen ons is uitgesproken, en niet één jota van dit Woord zal op de aarde vallen: eerder zullen de hemel en de aarde voorbijgaan. U zou het een onherroepelijk besluit vinden als al de naties op de aarde en de engelen hierboven bijeengekomen waren om een mens tot de dood te veroordelen, en daadwerkelijk zo’n vonnis over hem velden. Ja, maar dit Woord, dat dagelijks tot u gesproken wordt, en dat dit vonnis over u allen uitspreekt, is zekerder, en het moet ook uitgevoerd worden, tenzij u valt onder die gezegende uitzondering die hier, en elders in het Evangelie, wordt gemaakt. Ik bid u, overweeg wat het is zo’n veroordelende rechter te hebben. Zouden niet sommigen van u bevreesd zijn als zij onder het vonnis van een koning wa- ren? Als dat oordeel u boven het hoofd hing, wie van u zou dan nog in vrede en stilheid neerzitten? Wie zou niet wegvluchten van de toorn van een koning, die is als het brullen van een leeuw? Maar er hangt u een vonnis van de Koning der koningen en der naties boven het hoofd. ‘Wie’, die het geldt, ‘zou U niet vrezen, o Koning der naties?’ (Jer. 10:7 Engelse vert.). Die tegen u is, is niet een groot man die het lichaamkan vernielen; het is niet iemand diemacht heeft u te doden, en daar ook grote lust toe heeft. Dat zou waarlijk veel betekenen; maar het is de grote en eeuwige Jehova, Die Zijn hand opheft naar de hemel, en zweert dat Hij eeuwig leeft – Hij is tegen u. Hij Die alle macht heeft over lichaam en ziel is tegen u, en Hij is verplicht Zijn almacht tegen u te gebruiken. Hij kan beide ziel en lichaam doden en in de hel werpen, en uit kracht van deze vloek zal Hij u niet sparen, maar al de vloeken van dit boek, het Woord van God, over u uitstorten. U zou geen vrede hebben als door de koning en het parlement werd verklaard dat u een opstandeling bent; maar helaas, dat is maar een kleine zaak. Zij kun- nen slechts het lichaam grijpen; ja, zelfs dat kunnen zij niet altijd doen, want u zou van hen kunnen wegvluchten. Maar waarheen kunt u van Hém vlieden? U kunt Zijn grondgebied niet verlaten, want de aarde is Zijne en de zee en alles wat daarin is. De duisternis kan u niet voor Hem verbergen. Hij kan u lang sparen, omdat Hij er zeker van is dat Hij u kan overvallenwanneer het Hembehaagt; dat kunnen mensen niet, omdat die geen zekerheid hebben dat ze u zullen vinden. Ik smeek u dan dit te overwegen. Het gaat om uw zielsbelang, en wat heeft een mens gewonnen als hij de wereld gewint, en zijn ziel verliest? Als de winnaar verloren gaat, wat is dan gewonnen? Het is van eeuwig gewicht, en wat zijn vele duizenden jaren hierbij vergeleken? U zou over al die jaren heen kunnen kijken, en uzelf kunnen vertroosten met hoop, maar hieraan kunt u geen einde zien. Er

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==