Door de Geest geleid

15 reikt verder dan de andere. Dat heerlijke voorrecht en die lieflijke eigenschap concentreren zich en ontmoeten elkaar in één mens, namelijk in de mens die in Jezus Christus is. Wie ook maar ingaat in Jezus Christus, en in Hem blijft, die ondervindt twee zaken, rechtvaardigmaking en heiligmaking; deze zijn nergens anders, en ze zijn daar gezamenlijk. Als u de natuur en de eigenschappen van een christen kende, zou u er verliefd op worden vanwege die kenmerken, maar als ze u niet aanlokken ter wille van uzelf, overweeg dan het onvergelijkelijke voorrecht dat de christen boven alle anderemensen heeft, opdat dit u op zijn natuur verliefdmoge doenworden. Laat de liefde tot uzelf en uw eigen welzijn u uitdrijven tot Jezus Christus, opdat u moge wandelen zoals Hij gewandeld heeft, en ik verzeker u dat, als u eenmaal in Christus bent, u de natuur en wandel van een christen niet meer zult liefheb- ben om de vrijspraak en de zaligheid die ermee vergezeld gaan, maar vanwege de lieflijkheid en uitnemendheid van die natuur en wandel boven al het andere. U zou, zoals het volk van Samaria, niet meer geloven vanwege het gerucht van uw behoeftigheid en ellende, maar u zou in Jezus Christus geloven en naar de Geest wandelen vanwege het getuigenis dat een christen heeft in uw consciëntie. U zou niet meer alleen aangetrokken worden door de voorrechten die met de omhelzing van de christelijke godsdienst gepaard gaan,maar u zou de christelijke godsdienst het grootste voorrecht achten, iets dat zichzelf beloont. Pietas ipsa sibi merces est – de godzaligheid is een groot gewin (1 Tim. 6:6) in zichzelf, ook al zou zij niet zulke lieflijke gevolgen en metgezellen hebben. Beschouw, omdit voorrecht te leren kennen, de toestandwaarin allemensen van nature zijn. Paulus drukt het in het kort uit, Romeinen 5: Door de misdaad van één is de schuld gekomen over alle mensen tot verdoemenis, en de oorzaak hiervan is dat door één mens de zonde over alle mensen gekomen is, en door de zonde de dood, want de dood is tot alle mensen doorgegaan, omdat allen gezondigd hebben (vs. 18, 12). Dit oordeel is de vloek van de wet. ‘Vervloekt is een iegelijk die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der wet, om dat te doen.’ Als u wist wat deze vloek is, zou u het waarlijk een voorrecht achten ervan bevrijd te zijn.Wat de zonde verdient is van een oneindig karakter, omdat het zonde tegen een oneindige God is. Het is een misdaad tegen een oneindige Majesteit, en daarom brengt de vloek op de zondaar een eeuwige straf met zich mee. O, hoe gewichtig is dat woord: ‘Gij zult tot straf lijden het eeuwig verderf, van het aangezicht desHeeren en van de heerlijkheidZijner sterkte’ (2Thess. 1:9). Als het recht werd begrepen, dan zou het de ziel van een mens naar beneden drukken en tot de dood toe bezwaard maken. Dit oordeel omvat beide, damnum

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==