Door de Geest geleid

14 einde wist en dat overwoog, zou u méér uitroepen, u zou weigeren getroost te worden, hoewel alle ellenden uit de weg waren geruimd. Maar ik hoor sommige mensen zichzelf op een droeviger wijze beklagen – zij hebben de wet gehoord, en hebben de straf van de verdoemenis in zichzelf. De wet is ingekomen en heeft hen gedood. ‘O, wat zal ik doen om gered te worden? Wie zal mij bevrijden van de toekomende toorn? Wat zijn de tegenwoordige droefenissen en ellenden in verhouding tot de eeuwigheid?’ Toch is er één soort van kermen en een klaag- lied dat al deze klachten te boven gaat, wanneer de ziel namelijk dat vonnis van vergeving in Jezus Christus vindt, en geopende ogen krijgt om dat lichaam der zonde en des doods in zich te zien, die volmaakte mens der zonde over al de le- den verspreid. Danweeklaagt de ziel met Paulus over zichzelf: ‘Ik ellendigmens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods?’ (Rom. 7:24). Ik ben bevrijd van de veroordeling door de wet. Maar wat voor troost is dat zolang de zonde zo krachtig in mij is? Ja, dit doet mij dikwijls mijn bevrijding van de toorn en de vloek verdacht houden, als ik zie dat de zonde zelf niet weggenomen is. Nu, als u overreed kon worden om te luisteren naar Jezus Christus, en dit Evangelie te omhelzen, o, welk een overvloedige troost zou u hebben! Welk een voortreffelijk antwoord op al uw klachten! Ze zouden verslonden worden in zulk een overwinning als die we van Paulus hier hebben. Dit zou een volmaakt geneesmiddel tegen de zonde en de ellende aan u openbaren, zodat u niet langer zou klagen, tenminste niet meer zoals degenen die zonder hoop zijn. U zult nooit een geneesmiddel hebben voor uw tijdelijke ellenden, tenzij u, om die af te wenden, begint met de dingen van de eeuwigheid. Zoek eerst het Koninkrijk Gods, en al de andere dingen zullen u toegeworpen worden. Zoek eerst de toe- komende toorn te ontvlieden, en u zult daaraan ontkomen, en daarnaast ook aan het tijdelijke kwaad – droefenissen zullen weggenomen worden. Doe eerst de grootste klachten over de zonde en de verdoemenis weg, en hoe gemakkelijk is het dan om al de klaagzangen over dit leven te beantwoorden, en in het midden daarvan u te verheugen. U hebt in dit vers drie dingen van groot gewicht te beschouwen, namelijk (a.) het grote en dierbare voorrecht, (b.) de ware natuur van een christen en (c.) zijn bijzondere eigenschap.Het voorrecht is een van de grootste in de wereld, omdat het van eeuwig gewicht en zielsbelang is.De natuur van een christen is ten hoogste godzalig – hij is iemand die in Jezus Christus is,Hem ingeplant door het geloof. Zijn onderscheidende eigenschap is edelmoedigheid, geschikt voor zijn natuur en voorrechten – hij wandelt niet zoals de wereld, niet naar zijn lage vlees, maar naar de Geest. Alle drie zijn van één en dezelfde reikwijdte – geen ervan

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==