Brood in de woestijn

13 ja, de verdoemenis zelf onderworpen. Ons leven is niet anders dan een gestadige dood, zegt ons doopformulier. Hoe komt het dat we zoveel moeiten en zorgen ondervinden?Waarom worden er zoveel kruisen gedragen? Waarom is er ziekte en pijn, rouw en gemis? Waaromontmoetenwe zoveel teleurstellingen in ons leven? Waarom zijn er zoveel tranen in dit jammerdal? Dan moeten we terug naar het paradijs. Vanwege de zonde is deze wereld voor ons een woes- tijn geworden. Hoe is het in het leven van Gods kinderen? Hun reis door dit leven maken ze als een pelgrim vanuit het Egypte der zonde naar het Kanaän der rust. De weg vanGods volk loopt door de woestijn. Daarbij leren ze de plaatsen Rameses, Sukkoth en Ethamwel kennen. Ze zijn uitgeleid als slaven uit het diensthuis en worden tentbewoners in de woestijn. Vreemdelingen op doorreis, die leren bidden: ‘Ik ben een vreemdeling op de aarde, verberg Uw geboden voor mij niet’ (Psalm 119:19). Het is voor ons allen nodig dat we uitgeleid worden uit het diensthuis van de zonde. Vanuit onszelf zal dat nooit gebeuren. Maar omdat God verloren zondaren trekt, is het ook voor ons nog mogelijk. Smeek om dat eenzijdige genadewonder! Omwegen Het volk wordt gevoerd langs een omweg. Dat doet de Heere dikwijls in het leven van Zijn volk. Mozes zelf kende ook zo’n omweg. Vóór hij leider van het volk Israël werd, leidde de Heere hem veertig lange jaren in de woestijn. Er lag een keus in zijn hart om het op te nemen voor Gods volk. Maar voor hij uiteindelijk zijn levenstaakmocht aanvangen, waren veertig jaar verstreken. Ongetwijfeld heeft Mozes in die woes- tijnjaren weleens gedacht: hoe moet het toch verder? Die omweg was voor hem echter zeer nuttig. Hij moest geduld leren, dat nodig was om het later vol te kunnen houden als leidsman van het grote volk Israël. Al Gods kinderen kennen iets van die omwegen. Het gaat naar Kanaän door een weg die ze niet geweten hebben. De reis voert langs paden

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==