Brood in de woestijn

20 straks zal de wolk duisternis zijn en tegelijkertijd licht. Duisternis voor de Egyptenaren en licht voor het volk Israël. Het doel vanGods leiden en lichten is voortgaan. Er is geen stilstand in dewoestijn. Soms is er eenbitterMara, dan een verkwikkendElim.Maar steeds trekken ze verder. Ze gaan van kracht tot kracht steeds voort. ‘Van kracht tot kracht’ wil zeggen, dat het volk steeds weer ontkracht wordt in zichzelf. Tussen demomenten dat men kracht ontvangt, moe- ten ze hun zwakheid inleven en komen ze in de onmogelijkheid terecht. Soms lijkt het in de woestijn alleen maar achteruit te gaan en denkt het volk het einddoel nooit te bereiken. Toch keren ze niet terug naar Egypte.Want deHeere leidt omvoort te gaannaar het einddoel Kanaän. ‘Elk hunner zal, in ’t zalig oord van Sion, haast voor God verschijnen’ (Psalm 84:4, ber.). Laat het vermoeide pelgrims in de woestijn ook nu wat vertrouwen geven. Om vóórt te gaan! Gods trouw We lezen in vers 22: ‘Hij nam de wolkkolom des daags, noch de vuur- kolomdes nachts niet weg van het aangezicht des volks.’ Hier schittert Gods trouw: Hij nam niet weg. Daarvoor is er geen reden in het volk. De enige oorzaak ligt in de Heere Zelf, in Zijn onveranderlijk welbe- hagen. Hij wil dat het volk door de woestijn komt. En daarom zorgt Hij er ook voor. Overdag namHij de wolk niet weg, als ze zuchtend door die hete woes- tijn moesten zwoegen. Zullen er dan geen Israëlieten geweest zijn die naar boven hebben gekeken en gezegd hebben: ‘Heere, wat eenwonder, U gaat voorop. Daar is die wolkkolom het bewijs van.’ En dan kregen ze weer moed om verder te trekken. In de nacht was er steeds de vuurkolom. In gedachten zien we het hele legerkamp van Israël in diepe rust. In een van de tenten kan een Israëliet echter de slaap niet vatten. Hij ligt te tobben over de reis: hoe zal ik ooit Kanaän bereiken? Maar als hij dan het tentkleed even wegtrekt en naar boven ziet opde vuurkolom,mag hij hetweerweten: God zorgt en leidt!

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==