Brood in de woestijn

19 indringend: ‘Want onze God is een verterend Vuur’ (Hebreeën 12:29). God is wel dichtbij, maar tegelijkertijd is er een oneindige afstand tus- sen de heilige God en het schuldige volk. Hebben wij persoonlijk al ingeleefd dat God een verterend Vuur is, een Gloed bij Wie niemand wonen kan? Wij kunnen voor Gods hoge majesteit niet bestaan. Hij is zo rechtvaardig en heilig. Toen Jesaja in een visioen iets van Gods heiligheid doorleefde, riep hij uit: ‘Wee mij, want ik verga, dewijl ik een man van onreine lippen ben’ (Jesaja 6:5). Toch werd het volk niet door de vuurgloed verteerd. Dat kwam omdat er rondom dat vuur een wolk was. Die wolk temperde als het ware de vuurvlammen. Is dat geen rijke prediking vanGods genade inChristus? Alleen om Christus’ wil kan God Zijn volk aanzien. De Zaligmaker hing op Golgotha in de vuurvlammen van Gods toorn. Daar heeft Hij het uitgeroepen: ‘Mijn God, Mijn God, waaromhebt Gij Mij verlaten?’ Omdat de toorn Gods als een vuur gebrand heeft op de Borg, worden Gods kinderen niet verteerd. Zij zullen genade vinden in de ogen des Heeren. Wij hebben geen vuur- en wolkkolom meer om ons te leiden. De Heere wil nu leidinggeven vanuit Zijn Woord. De apostel Petrus zegt ervan: ‘En wij hebben het profetische Woord, dat zeer vast is, en gij doet wel dat gij daarop acht hebt, als op een licht schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte en de Morgenster opga in uw harten’ (2 Petrus 1:19). Dat Woord geeft alleen duidelijke leiding in de woestijn van het leven. Leiden, lichten, voortgaan Wat is het doel van de wolk- en vuurkolom? Er staat: ‘dat Hij hen op de weg leidde, (...) dat Hij hun lichtte, om voort te gaan dag en nacht’. We lezen hier drie woorden: leiden, lichten, voortgaan. Bij het leiden is God de eerste Leidsman enMozes de tweede. God gaat voorop, want Hij is hun Gids. Het lichten is nodig om de duisternis van de nacht te verdrijven. Deze hemelse wolk maakt ook scheiding: