Luther in beeld

17 gezien zijn zwakke lichaam vaak heb verwonderd. Ik heb hem soms, hoewel hij goed gezond was, vier dagen achtereen in het geheel niets zien eten. Ook heb ik gemerkt dat hij af en toe langere tijd dagelijks met weinig brood en een haring genoegen nam. Maar de diepere oorzaak om deze levensstijl, die hij voor de gods- vrucht en het bestuderen van Gods Woord noodzakelijk achtte, te kunnen begrijpen, was, zoals hij zelf vertelde en velen dat weten, de volgende. Het gebeurde vaak dat, wanneer hij ernstig over de toorn van God en over Diens verschrikkelijke oordelen nadacht, hem zulke angsten overvielen, dat hij daardoor bijna van zijn stuk raakte. Ik heb het zelf gezien dat hij eens tijdens een twistgesprek over een leerstuk vanwege een al te gespannen aandacht zo ontsteld was, dat hij in een nabijgelegen kamer op bed moest gaan liggen. (...) Daaromheeft niet zijn armoede,maar zijn ijver en vroomheid hem tot het leven van eenmonnik gedreven. (...)Hij las naarstig de bronnen van de Goddelijke leer, namelijk de geschriften van de profeten en aposte- len. Daarmee onderwees hij zijn ziel aangaande de wil van God. Hij was ervanovertuigd dat deze zijn godsvrucht en geloof zoudenkunnen versterken.Dat hij zich hieraanmet zo’n enorme ijver overgaf, daarvan waren zijn geestelijke noden en angsten de voornaamste oorzaak. Hij heeft ook verteld dat hij in het augustijnenklooster te Erfurt vaak door de woorden van een oude medebroeder versterkt is geworden. Want als hij aan hemzijn gewetensnoden vertelde, hoorde hij hemveel over het geloof spreken. Deze wees hem op het voornaamste stuk van het geloof, waarin gezegd wordt: Ik geloof de vergeving der zonden. Hij legde hem dit artikel zo uit, dat het niet alleen noodzakelijk is in algemene zin te geloven dat sommigen vergeving van zonden ont- vangen, zoals ook de duivelen geloven dat David of Petrus de zonden vergeven zijn, maar dat het Gods bevel is dat eenieder afzonderlijk gelooft dat hem zijn zonden vergeven zijn. Deze uitleg lichtte hij ook toe met een uitspraak van de heilige Bernardus uit diens preek over de verkondiging, waar staat: ‘Daarbij moet u ook geloven dat door Hem