Het Heilig Avondmaal, ook voor mij?

20 bij de instelling van het Heilig Avondmaal, dat Hij niet meer drinken zal van de vrucht van dewijnstok, totdat het Koninkrijk vanGod gekomen zal zijn. Het Avondmaal is een onderpand van het deelhebben aan het eeuwige Koninkrijk en zo ligt er in het sacrament een voorsmaak van de eeuwige vreugde. ‘Zalig zijn zij die geroepen zijn tot het avondmaal van de bruiloft des Lams’ (Openbaring 19:9). In dit verband kunnen we ook denken aan de woorden in 1 Korinthe 11:26: ‘Want zo dikwijls als gij dit brood zult eten en deze drinkbeker zult drinken, zo verkondigt de dood des Heeren, totdat Hij komt .’ Als de apostel dit zegt dan is dat meer dan alleen maar een tijdsbepaling. Hij maakt hier duidelijk dat de viering van het Avondmaal het uitzien naar de wederkomst van Christus opwekt en verlevendigt. Hier geldt: vieren doet verwachten. Als de voorsmaken al zo zalig zijn, wat zal dan de volheid zijn! Het Avondmaal en de Heidelbergse Catechismus Het is treffend dat de Heidelberger zo uitvoerig maar ook zo rijk spreekt over het Heilig Avondmaal. Dat is begrijpelijk als we bedenken dat het in die tijd een heftig strijdpunt was tussen Rome en de Reformatie. Hoewordenwe in het Avondmaal verzekerd dat we deelhebben aanhet offer vanChristus?Het eerstewat deCatechismus noemt is: zo zeker als ik met mijn ogen zie dat het brood verbroken en de wijn vergoten is, zo zeker is het dat Hij ook voor mij Zijn lichaamheeft latenofferenenverbreken. Envervolgens: zozeker het is dat ik brood enwijn uit de hand van de dienaar ontvang, zo zeker is het ook dat ik met Zijn lichaam en bloed gespijzigd en gelaafd zal worden tot het eeuwige leven (vraag en antwoord 75).