Jozef - dienen in Gods opdracht

18 het Brood des levens, zegt Hij: ‘Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen; en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen’ (vers 37). En verderop in hetzelfde Evangelie voegt Hij daar nog iets aan toe: ‘En Ik, zo wanneer Ik van de aarde zal verhoogd zijn, zal hen allen tot Mij trekken’ (Johannes 12:32). Hier ziet u hoe dat gaat. Het gebeurt met mensen die niet wilden. Zij hebben gesteigerd toen ze het hoorden uit de mond van Jozef, maar God heeft hen op hun plaats gebracht. Hij doet hen komen en brengt hen op de knieën. Ze moeten. De honger drijft hen, de dood zit hen op de hielen. Ze worden getrokken, gelokt door de boodschap die hen vertelt waar leven en behoud te vinden is. Zo werkt de Heere door Zijn Geest. En waar Hij werkt, daar wordt alle weerstand gebroken. Hij doet het op Zijn tijd. Hier vervult Hij een belofte van tweeëntwintig jaar geleden. Maar Hij doet het. Hij brengt hen op de knieën. Hij doet hen komen als mensen die geen andere kant meer op kunnen met hun hongerige ziel en met de dood die hen dreigt. Ze smeken om Brood tot behoud van hun leven. Zij weten geen andere weg. Wat is het een zegen als de Heere ons zo vast laat lopen om ons aan Zijn voeten te brengen. Wat is het een wonder als de Heere ons zo uit het schijnbaar veilige nest stoot om ons te leren vlie- gen op de vleugels van het geloof in Zijn Woord en op de vleugels van het gebed dat pleit op Zijn beloften. Wat is het een zegen als de Heere ons alles ontneemt wat ons in de weg staat, zodat we niets anders meer kunnen dan ootmoedig knielen voor Hem. De Heere trekt door Zijn Woord. Hij leidt door Zijn Geest. Hij brengt zondaars op de knieën. Vindt u dat geen moedgevende boodschap? Híj doet het. Hij verbreekt het harde hart. Hij buigt de wil, die niet wilde, om. Hij bekeert zondaren en dan komen ze. Wat eenmoedgevende boodschap voor ouders en voor ambtsdragers!