Jozef - dienen in Gods opdracht

17 als een Egyptenaar, in koninklijke kleding. Jozef spreekt ook Egyp- tisch en laat zich in de conversatie met zijn broers bedienen van een tolk. Jozef zelf herkent zijn broers wel onmiddellijk en ook dat is heel goed te verklaren. De broers waren ouder dan hij en oudere men- sen veranderen niet zo snel meer. Bovendien dragen ze nog het soort kleding dat ze vroeger ook droegen en ze spreken nog de taal van thuis. Wat in de herkenning ook een belangrijke rol gespeeld zal heb- ben, is dat Jozef op dit moment zal hebben gewacht. In vers 9 lezen wij dat Jozef, op het moment dat de broers voor hembuigen met het aangezicht ter aarde, gedenkt aan de dromen die hij van hen gedroomd had. Verschillende uitleggers nemen het Jozef kwalijk dat hij in de jaren na zijn bevrijding en verhoging nooit naar zijn vader en zijn familie heeft omgekeken. Maar die gedachte is niet terecht. Jozef had in de dromen tweeëntwintig jaar geleden een belofte van de Heere gekregen. Die belofte hield in dat hij bekleed zou worden met eer en macht en dat zijn broers zouden komen en zich voor hem zouden buigen. Jozef heeft, door geloof en ervaring wijs geworden, gewacht op de Heere. Hij vervult Zijn beloften op Zijn tijd. De Heere zal zijn broers aan zijn voeten brengen. Nu ziet Jozef de vervulling van die belofte. Al wat God ooit beloofd heeft, zal bestaan. Dat is de machtige boodschap van dit gedeelte, een boodschap die zijn diepere vervulling krijgt bij de meerdere Jozef: de grote Behouder Jezus Christus. Hij is Zijn weg gegaan door de diepte naar de verhoging. Hij heeft Zijn schuren gevuld om daarvan uit te delen. En moet Hij nu maar afwachten of er iemand komt? Nee! Hij heeft ook beloften ontvangen en daaraan denkt Hij. Jezus zegt dat Zelf. Wanneer Hij in Johannes 6 Zichzelf heeft aangewezen als

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==