Jona

17 nen ons daar vandaag de dag bijna geen voorstelling van ma- ken. Prostitutie, zelfmoord, kindermishandeling waren veel voorkomende zaken. Er staat in vers 2 dat de boosheid van de stad is opgeklommen voor Gods aangezicht. Jona moet de boodschap gaan brengen dat de Heere, de God van Israël, de zonden van de stad zal straffen, indien de mensen zich niet bekeren. Jona wordt eerst gezonden om de mensen van Ninevé op te roepen tot bekering. De zonde stelt ons schuldig voor God. In de weg van bekering wil God de zonde vergeven, of het oordeel uitstellen. Vergeving is mogelijk door het offer van Christus, door Gods genade. Het uitstel van het oordeel ligt in Gods lankmoedigheid. We zouden dit ook Gods algemene genade kunnen noemen. Er is nog een reden dat Jona tegen Ninevé moet preken. De Heere wil met de boodschap en de mogelijke bekering van deze heidenen het volk van de tien stammen ‘beschamen en overtuigen’ (kanttekening 2). De Heere wil aan Israël to- nen dat de heidenen zich bekeren, terwijl het volk van het verbond voortgaat in zonde en afgodendienst. De heidenen worden de Israëlieten tot een voorbeeld gesteld. Jona weet dat de Heere goed en barmhartig is. Daarom moet niet wor- den uitgesloten dat de mensen van Ninevé inderdaad zullen luisteren en zich bekeren. Een gedachte waar Jona niet erg blij van wordt... Lijnen naar andere delen van de Schrift Jona wordt geroepen om het Woord van God naar Ninevé te brengen. Keer op keer lezen we in de Bijbel over de roe- ping van een profeet. Zo lezen we over de roeping van Jesaja.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==