Jona

13 Oude Testament lezen we vaak over Gods werk en Gods be- moeienis met de heidenen. Dit wijst vooruit naar de pinkster- dag. Dan zullen ook de heidenen massaal toetreden tot de kerk van de Heere. Het onderscheid tussen de volken is dan weggenomen. In de vierde plaats kunnen we in het boek Jona lezen over Gods macht en regering. De Heere redt Jona op een wonder- lijke manier. De stormen en winden zijn in Gods hand. En niemand kan God tegenhouden. De Heere is almachtig. De Heere leidt ook alles. Dwars door opstand heen komt Jona in Ninevé. En daar wordt de boodschap van genade aan zon- dige mensen gebracht. Jona kon God niet begrijpen. Mensen kunnen God niet narekenen. We moeten leren God eerbiedig te erkennen in al Zijn weg en werk. Tenslotte - en dat als belangrijkste: Jona zag uit naar de ko- mende Messias. Heel het Oude Testament is een heenwijzing naar de komende Christus. Zonder Christus en het uitzien naar Hem heeft het Oude Testament ten diepste geen bete- kenis. Jona zingt in de vis over het heil des Heeren (Jona 2:9). Dat is een concrete heenwijzing naar de komende Messias, de Heere Jezus Christus. Opbouw Het boek Jona bestaat uit vier hoofdstukken. We zouden de volgende indeling kunnen maken: 1:1-3 Jonawordt geroepen, maar is ongehoorzaamenvlucht. 1:4-17 Er komt een storm op zee en Jona wordt gered. 2:1-10 Jona erkent dat de Heere God is. In een psalm bezingt hij Gods lof en wijst op de komende Messias. 3:1-3 Jona opnieuw geroepen en is nu gehoorzaam. 3:4-10 Jona’s prediking in Ninevé 4:1-4 Jona’s toorn over Gods goedheid.