Aanspraak en raad

13 Ezau, Saul en Jehu en nog zo velen geschonken, maar om waar- achtig wedergeboren en van grondstaat des harten veranderd te worden, en dat je met medeweten van jezelf verzoend en bevre- digd mag worden met een Drie-enig God, met Dewelke wij allen in vijandschap staan door onze diepe val inAdam, en alzo door erf- en dadelijke zonde geheel van God gescheiden en vervreemd zijn geworden. Bid dan dat God je dit doet zien, want ik weet dat je dit alles weet volgens wat ik je geleerd heb. Maar dit is niet genoeg, je moet het verstaan en bij bevinding kennen en daaronder vallen en de weg des levens vinden, de weg die God uit Zijn eeuwige liefde Zelf geopenbaard heeft als de gift des Vaders, waar wij van nature zo blind voor zijn als een blindgeborene voor kleuren. Doch door wedergeboorte moet ons deze weg zó eigen worden, zó zeker, zó duidelijk en zó volstrekt, dat wij niet één ander wegje, klein of groot, meer overhouden, zodat de wettische eigengerechtige Farizeeër uit het hart moet, juist dan en daar, waar een arm zon- daar en een rijke Christus één worden door de duidelijke, onweer- staanbare werking van de Heilige Geest, als de Geest van de Vader en de Zoon uitgaande. O, hoe dierbaar is dat, mijn lieve kinderen, want was het de Zoon alleen, er zou in onze ziel zulk een beving overschieten, maar nee, het is geen half werk, het is geheel verzoend en bevredigd met Vader, Zoon en Heilige Geest. Dit geschiedt bevindelijk en dade- lijk in de ziel en wordt door het geloof omhelsd, hetwelk als een genadegave afdaalt in de zielen vanZijn uitverkorenen. En zeg dan ook nooit: misschien ben ik geen uitverkorene. Dit kun je immers nooit weten, dit zul je van achteren verstaan. Als je wedergeboren bent, dan zul je je roeping en verkiezing vastmaken, want versta dit wel, dat uw roeping een gevolg is van de verkiezing, maar het vastmaken van uw verkiezing is een gevolg van de roeping. Houd dan ook in het oog, dat niet een iegelijk zijn roeping even

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==