Aanspraak en raad

9 Woord vooraf Catharina Juliana Maria (‘juffrouw’) Sieben werd op 11 juli 1842 geboren op het eiland Texel. Haar vader, de timmerman Herma- nus Sieben, was afkomstig van het eiland Vlieland. Haar moeder kwam uit Amsterdam. Op negentienjarige leeftijd kwam Gods genadewerk in haar leven openbaar. In die tijd volgde zij in Haarlem een tweejarige oplei- ding tot vroedvrouw. Hierna werd zij in 1864 door de gemeente- raad van Schoorl benoemd tot gemeentelijke vroedvrouw. Kerke- lijk sloot zij zich aan bij de kleine kruisgemeente in het naburige Krabbendam. Korte tijd daarna trad zij in het huwelijk met de in 1843 geboren timmerman Cornelis Hasselman uit Zuilichem. Op 12 mei 1867 emigreerde het gezin Hasselman naar de staat Illi- nois in Amerika. Kort nadat zij zich in het plaatsje Roselandsee, vlakbij Chicago, gevestigd hadden, kwam Catharina Hasselman tot verandering. In haar brieven legde ze er getuigenis van af, dat ze na veel strijd mocht komen tot de geloofsomhelzing van een Drie-enig God. Inmiddels waren er twee kinderen geboren en woonde het gezin in Harvey. Aanvankelijk zat vrouw Hasselman zondags thuis met een prekenboek, maar nadat ds. E.L. Meinders (1827-1904), pre- dikant van de ‘Hollandsche Christelijke Gereformeerde Kerk’ te South Holland, zich in 1887 met zijn gemeente verenigd had met de Nederduitse Gereformeerde Gemeente van Grand Rapids, begaf zij zich, met haar gezin, onder zijn prediking. Inmiddels was vrouw Hasselman in contact gekomen met ds. Elias Fransen (1827-1898). De briefwisseling met hem ontstond

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==