Aanspraak en raad

15 gemoed dat naar een aanwijzing van de toekomst zou gelijken, denk er dan om dat de satan omgaat als een briesende leeuw, zoe- kende wie hij zou mogen verslinden. Indien het mogelijk was, zo zou hij ook de uitverkorenen verleiden. Dus laat je raden door je moeder en werp deze dingen van je. Zoek het éne nodige voor je ziel, voor je huis en je kinderen, en voor Sion, hier is werk genoeg in eenvoudigheid des harten. Maar laat profeteren, of vooruit wat zien of zeggen, je nooit bekoren. Dit heeft meestal dwalin- gen voortgebracht en droevige gevolgen gehad. Ik heb gezien en opgemerkt, dat de allervroomste lievelingen des Heeren hier nog gefaald hebben, óf in de tijd, óf in de wijze, óf in het geheel. Dus, mijn allerdierbaarsten, laten deze weinige letteren jul- lie waarschuwen, opdat je nooit uit je gevoel, of bevinding enig besluit maakt, maar zoek in alles achter de Heere te zijn, opdat Zijn wil en wet jullie spijs en drank mag worden. Sta niet naar hoge dingen, noch in-, noch uitwendig, maar voeg je bij de nede- rige, en wees in waarheid nederig, want dan eerst zul je leren dat je een hoog hart hebt, dat tot allerlei dwalingen en hoge dingen genegen is. Zoek jezelf altijd meer te schamen dan te eren, want tot het eerste zul je altijd reden hebben, maar tot het laatste niet. Immers, alle eer is Godes. Want och, wat is de mens, waarop zou je je verhovaardigen? Ik, jullie moeder, ben een grote zondares, en daaruit zijn jullie voortgekomen. Dus zijn jullie ook zondaar en kun je tot je eigen vernedering zeggen: mijn vader was een Amoriet en mijn moeder een Hethitische. En maakte God je uit vrije genade een Sioniti- sche, denk dan toch vooral, mijn dierbaren: ik heb niets dat ik niet ontvangen heb! En geef hier altijd acht op elkaar, waak voor elkaars zielen. Zeg nooit: ‘Ben ik mijns broeders hoeder?’ Misgun elkaar het vele niet, of het goede en het zoete, indien het God behaagde de een uit jul-